Troposfeer: onderste laag van de dampkring en bevat ongeveer 80% van de totale massa aan lucht. De meeste meteorologische verschijnselen vinden in dit deel van de atmosfeer plaats.
De troposfeer reikt boven tropische gebieden tot een hoogte van 16 tot 18 km. Boven de polen gaat hij na slechts 6 km via de tropopauze over in de stratosfeer.
De term troposfeer is afgeleid van het Griekse woord "tropos", dat staat voor bewegen of mengen. Deze regio, die constant in beweging is, heeft de hoogste dichtheid. De troposfeer bestaat voornamelijk uit stikstofgas en zuurstofgas en wordt onderscheiden door twee verschillende luchtlagen.
Stratosfeer: De luchtlaag die zich uitstrekt vanaf 12 km tot 40 km hoogte en dus begrenst is door de tropopauze en de stratopauze.. Kenmerkend voor de stratosfeer is de ozonlaag (tussen de 25 en 35 km hoogte) die de schadelijke UV-C-straling van de zon tegenhoudt.
Mesosfeer: (tot 80 km): dalende temperatuur tot -90°C. De absorptie van ultraviolet zonlicht neemt steeds verder af waardoor de temperatuur weer verder daalt.
Thermosfeer: De laag begint op een hoogte van ongeveer 80 tot 85 kilometer en eindigt op een hoogte van 500 à 690 km.
De thermosfeer is genoemd naar het Griekse woord thermos voor warmte. In de mesosfeer neemt de temperatuur af met de hoogte terwijl in de thermosfeer de temperatuur juist toeneemt met de hoogte. De toename van de temperatuur in de thermosfeer is het gevolg van absorptie van uv-straling afkomstig van de zon. De temperatuur is dan ook afhankelijk van de zonne-activiteit. Overdag bedraagt de temperatuur tussen de 1200 en 1700 °C met uitschieters naar 2000 °C terwijl 's nachts de temperatuur daalt tot 500 à 1000 °C.
Mesosfeer en thermosfeer vormen samen de ionosfeer,
Exosfeer: buitenste laag van de dampkring. De exosfeer begint op een hoogte van ongeveer 500 à 690 km waar deze grenst aan de bovenkant van de thermosfeer en eindigt op een hoogte van ongeveer 10.000 km. De naam is afgeleid van het Griekse woord exo, dat staat voor buiten. Hiermee wordt verwezen naar het feit dat deze laag de overgang vormt met de ruimte. Met de exosfeer gaat de dampkring van de aarde over in het luchtledige van de ruimte.