Examentraining_Les 12
Noem alle levenskenmerken
1 / 47
Onderdelen in deze les
Noem alle levenskenmerken
Slide 1 - Open vraag
In welk deel van de cel van een tomatenplant kun je veranderingen in genen aanbrengen?
A
celkern
B
celwand
C
cytoplasma
D
vacuole
Slide 2 - Quizvraag
Welke onderdelen hebben cellen van een meeldraad van een sojaplant?
A
alleen een celmembraan
B
alleen celwand
C
zowel een celmembraan als een celwand
Slide 3 - Quizvraag
Welk type celdeling vindt plaats in huidcellen?
A
Mitose (gewone celdeling)
B
Meiose (reductiedeling)
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel U?
A
Prostaat
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider
Slide 5 - Quizvraag
Welke werking heeft een anticonceptiepil?
A
Bevordert de menstruatie
B
Doodt zaadcellen
C
Doodt de bevruchte eicel
D
Voorkomt de ovulatie
Slide 6 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van prenataal onderzoek
(naar de foetus)
(naar de foetus)
Slide 7 - Open vraag
Wat is het genotype van 4?
A
AA
B
Aa
C
aa
Slide 8 - Quizvraag
Welke persoon is homozygoot recessief?
A
Laura
B
Jasmijn
C
Monique
Slide 9 - Quizvraag
Heeft een bacteriecel een celkern? En een celwand?
A
Alleen een celkern
B
Alleen een celwand
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 10 - Quizvraag
Welk hormoon regelt de omzetting van glucose in glycogeen?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon
D
Schildklierhormoon
Slide 11 - Quizvraag
In welk onderdeel van het oog bevinden zich zintuigcellen?
A
Harde oogvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
Slide 12 - Quizvraag
In welk onderdeel van het oor bevinden zich zintuigcellen?
A
Trommelvlies
B
Trommelholte
C
Slakkenhuis
Slide 13 - Quizvraag
Welke foto bevindt zich in een ruimte met weinig licht?
A
Foto 1
B
Foto 2
Slide 14 - Quizvraag
Staafjes
Kegeltjes
Kleuren waarnemen
Lage drempelwaarde
Contrasten waarnemen
Hoge drempelwaarde
Vooral te vinden in en rond de gele vlek
Te vinden over het hele netvlies, behalve de gele vlek
Slide 15 - Sleepvraag
Abiotische factoren
Biotische factoren
Lucht
Soortgenoten
Nestgelegenheid
Licht
Prooidieren
Bodem
Water
Ziekteverwekkers
Wind
Temperatuur
Slide 16 - Sleepvraag
Welke organismen staan aan de basis van een voedselketen?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 17 - Quizvraag
Producenten
Consumenten
Planten
Dieren
Doen aan fotosynthese
Maken energierijke stoffen uit energie arme stoffen
Hebben andere organismen nodig voor hun voedsel
Slide 18 - Sleepvraag
Dit is een bloem van een:
A
Windbestuiver
B
Insectenbestuiver
Slide 19 - Quizvraag
Welke zintuigcel is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel?
A
Zintuigcel met hoge drempelwaarde
B
Zintuigcel met lage drempelwaarde
Slide 20 - Quizvraag
Bij wie hebben de reukzintuigcellen de laagste prikkeldrempel voor geur?
A
Hond
B
Mens
Slide 21 - Quizvraag
Wie is het meest verwant aan B?
A
A
B
C
Slide 22 - Quizvraag
Dit is een vorm van 'sociaal gedrag'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Een kuiken van een zilvermeeuw tikt op de rode punt op de snavel van de moeder. De moeder geeft het kuiken eten.
Wat is de respons?
Wat is de respons?
A
Het tikken op de snavel
B
Het eten geven door de moeder
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de naam van bloedvat '6'?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Maagader
D
Poortader
Slide 25 - Quizvraag
Waar herkennen witte bloedcellen ziekteverwekkers aan?
A
Aan antigenen
B
Aan antistoffen
C
Aan antigenen en antistoffen
Slide 26 - Quizvraag
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Zuurstoftransport
Bevat een celkern
Altijd een vaste ronde vorm
Bloedstolling
Ziekteverwekkers onschadelijk maken
Hemoglobine
Slide 27 - Sleepvraag
Waar is bloeddruk het hoogst?
A
Bij 1
B
Bij 2
C
Allebei even hoog
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 10?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer
Slide 29 - Quizvraag
Welke bloedgroepen kan iemand met bloedgroep B aan doneren?
A
Alleen bloedgroep B
B
Bloedgroep B en AB
C
Bloedgroep B en 0
Slide 30 - Quizvraag
Van welke bloedgroepen kan iemand met bloedgroep A bloed ontvangen?
A
Alleen bloedgroep A
B
Bloedgroep A en AB
C
Bloedgroep A en 0
Slide 31 - Quizvraag
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep 0
Antigen A
Antigen B
Antigen A en B
Geen antigenen
Geen antistoffen
Antistof A
Antistof B
Antistof A en B
Slide 32 - Sleepvraag
Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Slide 33 - Sleepvraag
Van welk type voedsel kunnen voedselresten gevonden worden in mammoeten?
A
Resten van dierlijk voedsel
B
Resten van plantaardig voedsel
C
Resten van plantaardig- en dierlijk voedsel
Slide 34 - Quizvraag
Dit dier heeft een .... darmkanaal
A
relatief kort
B
relatief lang
C
middellang
Slide 35 - Quizvraag
Brandstoffen
Beschermende stoffen
Vitamines
Ewitten
Vetten
Mineralen
Koolhydraten
Slide 36 - Sleepvraag
Deze stoffen moeten verteerd worden
Koolhydraten
Eiwitten
Water
Mineralen
Vetten
Vitamines
Slide 37 - Sleepvraag
Maagsap
Gal
Speeksel
Alvleessap
Zetmeel verteren
Koolhydraten, eiwitten, vetten verteren
Vetten emulgeren
Alleen eiwitten verteren
Slide 38 - Sleepvraag
Ingeademde lucht
Uitgeademde lucht
Veel CO2
Weinig CO2
Veel waterdamp
Weinig waterdamp
Relatief hoge temperatuur
Relatief lage temperatuur
21% zuurstof
17% zuurstof
Slide 39 - Sleepvraag
Wat is de juiste weg die lucht aflegt bij een inademing?
A
Luchtpijp - luchtpijptakjes - bronchie
B
Luchtpijptakjes - luchtpijp- bronchie
C
Luchtpijp - bronchie - luchtpijptakjes
Slide 40 - Quizvraag
In deze onderdelen bevinden zich kraakbeenringen
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
Neusholte
Slide 41 - Sleepvraag
Waar gaat dit beademingsapparaat naarbinnen?
A
P, de slokdarm
B
P, de luchtpijp
C
Q, slokdarm
D
Q, luchtpijp
Slide 42 - Quizvraag
Wat wordt afgesloten door de huig?
A
keelholte
B
luchtpijp
C
neusholte
D
slokdarm
Slide 43 - Quizvraag
Op welke plaats is het CO2-gehalte het hoogst?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R
Slide 44 - Quizvraag
Tonijn
Walvis
Bladsnijdermier
Eencellig diertje
Stigma's
Celmembraan
Kieuwen
Longen
Slide 45 - Sleepvraag
Op welke plaats worden gassen uitgewisseld tussen water en bloed?
A
Plaats 1
B
Plaats 2
C
Plaats 3
D
Plaats 4
Slide 46 - Quizvraag
Op welke plaats is het CO2-gehalte het hoogst?
A
Op plaats 1
B
Op plaats 2
