14-09 bss. 2 Levend - dood en levensloos

Planning vandaag
5 min Wat weten jullie nog 
10 min Opdrachten maken Bss. 2
5 min Volgende les na 2 weken: opdracht voor een punt
20 min Oefenen met tekenen en snijden
 5 minutenKlassecompetitie 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning vandaag
5 min Wat weten jullie nog 
10 min Opdrachten maken Bss. 2
5 min Volgende les na 2 weken: opdracht voor een punt
20 min Oefenen met tekenen en snijden
 5 minutenKlassecompetitie 

Slide 1 - Tekstslide

1. Hoe noem je de bovenste tekening, en de onderste?
2. Op welke manieren kun je iets doorsnijden?

Beantwoord 1 of 2 vragen, kijk hoever je komt!

Slide 2 - Open vraag

Opdrachten
9 t/m 11

Ga naar leermiddelen > biologie voor jou


Slide 3 - Tekstslide

Vergroten
Wat waren organismen ook al weer?

  • Organismen zijn levende wezens, sommige zijn zo klein
  • dat je ze alleen met een microscoop kunt zien. tot 400x groter

  • Grote organismen zoals insecten of druiven kun je bekijken
  • met een loep. 10 of 15x groter

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Opdracht over 2 weken
Over 2 weken gaan jullie een opdracht maken voor een punt.

De opdracht bestaat uit 3 onderdelen.
1. Je teken een organisme met daarbij alle 7 levensverschijnselen op de juiste plek
2. Je maakt een tekening van het buitenaanzicht van een stuk fruit volgens de tekenregels
3. Je maakt een tekening van een doorsnede van het fruit, je mag zelf weten hoe je het fruit doorsnijd.

In het huiswerk van 27 september staat een powerpointpresentatie met daarin

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met een druif
In tweetallen: 

Opdracht 1: Maak een schematische tekening van het 
dwarsdoorsnede van een druif volgens de tekenregels.
Geef deze onderdelen aan: pit, schil.
Eerst schrijf je de juiste titel erboven. Klaar? Laat maar zien!

Opdracht 2: Maak een lengtedoorsnedee van de 
druif. Maak een tekening volgens de tekenregels
en geef de volgende onderdelen aan: pit en schil
gebruik je loep om de druif beter te bekijken.

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen met een druif

Slide 8 - Tekstslide

Klassecompetitie
2 Klasgenoten strijden tegen elkaar.
Wie weet er het meeste?
Een heel jaar strijden. Iedere keer dat je wint = 1 punt
De klassenwinnaars strijden ook tegen elkaar!!!
Voor de hoofdprijs!!!Een bioscoopbon.


Slide 9 - Tekstslide

Bss. 2 Tekeningen maken
Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening. En je kunt deze kennis toepassen bij het herkennen of maken van beide tekeningen.
  • Je weet op welke manieren je een doorsnede kunt maken van een voorwerp. En je kunt in een voorbeeld herkennen welke doorsnede je ziet.
  • Je weet welke spullen je nodig hebt om een tekening te maken en je kent de tekenregels. Je kunt deze kennis toepassen en een tekening maken volgens deze regels.
  • Je weet wanneer je een loep en microscoop gebruikt. 


Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Over 2 weken opdracht voor een punt.

Slide 11 - Tekstslide

Bss. 2 Tekeningen maken
Wat is het verschil tussen deze tekeningen? 

  • Een natuurgetrouwe tekening is heel precies en in kleur
  • Een schematische tekening is eenvoudig. 
  • Alleen de belangrijkste kenmerken zijn in dikke 
  • lijnen getekend.


Slide 12 - Tekstslide

Bss. 2 Tekeningen maken
Buitenaanzicht en doorsnede. Wat betekenen die woorden denk je?

  • Een buitenaanzicht betekend dat je er van de buitenkant naar kijkt.
  • Een lengtedoorsnede: als je iets in de lengt doorsnijd.
  • Een dwarsdoorsnede: als je iets in de breedte doorsnijd


Slide 13 - Tekstslide

Bss. 2 Tekeningen maken

Slide 14 - Tekstslide

Bss. 2 Tekeningen maken
Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening. En je kunt deze kennis toepassen bij het herkennen of maken van beide tekeningen.
  • Je weet op welke manieren je een doorsnede kunt maken van een voorwerp. En je kunt in een voorbeeld herkennen welke doorsnede je ziet.
  • Je weet welke spullen je nodig hebt om een tekening te maken en je kent de tekenregels. Je kunt deze kennis toepassen en een tekening maken volgens deze regels.


Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen bss. 1
  • Je kunt benoemen waarom iets levend, dood of levensloos is.
  • Je weet wat de 7 levensverschijnselen zijn. En je kunt ze herkennen in een afbeelding.
  • Je weet wat de term organisme betekend.

Slide 16 - Tekstslide