2H Talent Lezen (2) 1.3 13-09-22

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verschil tussen tekstverband:
Oorzaak en gevolg = geen keuze
De weg was glad, daardoor reed John tegen de paal.

Redengevend = je hebt een keuze
Ik ontbijt niet graag, daardoor heb ik nu hoofdpijn.

Slide 2 - Tekstslide

Noem alle tekstdoelen
en tekstsoorten die je kent

Slide 3 - Woordweb

Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
activeren
amuseren
amuserende tekst
activerende tekst
informatieve tekst
informeren
overtuigen
betogende tekst
krantenartikel
klachtenbrief
advertentie

Slide 4 - Sleepvraag

Theorie (titel(s) en onderwerp)
  • Titel = soms precies het onderwerp 
  • Ondertitel / boventitel = toevoeging om duidelijk(er) het onderwerp aan te geven. 


  • Het onderwerp vind je meestal door de titel en de inleiding te lezen.
Opdracht
Zoek in je lesboek een onder- en een boventitel!

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noem je de belangrijkste
zin van een tekst?

Slide 6 - Open vraag

Theorie (hoofdgedachte)
  • Eén zin (dus MÉT PV).
  • Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
  • Vaak in de inleiding of het slot te vinden.
  • Soms letterlijk in de tekst, soms zelf maken.

! Hoofdgedachte uit informatieve tekst = feiten !
! Hoofdgedachte uit betogende tekst = mening (+ argument) !

Slide 7 - Tekstslide

In de oceanen bevindt zich een enorme plastic vuilnisbelt, die zich steeds verder uitbreidt.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 8 - Quizvraag

We moeten nu iets doen tegen het plastic in de oceanen, anders blijft er geen leven meer over.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 9 - Quizvraag

Als zin 2 de belangrijkste
zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Als zin 3 de belangrijkste
zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte
van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt, in één zin

Slide 12 - Quizvraag

En nu werken jullie!
H1.3

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Talent 1.3 Lezen
- Opdracht 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12
- Opdracht 13, 14
- Opdracht 16 t/m 21
- Opdracht 22 (schrijfopdracht)

Slide 14 - Tekstslide

Boek kiezen
Je kunt een boek zoeken in: lezenvoordelijst.nl
Je kunt naar de mediatheek
Je kunt zoeken in een boekenkast in een lokaal op de 4e etage

Het mag geen boek zijn voor kleine kinderen
Laat je boek controleren door mij!

Slide 15 - Tekstslide