H6.2 Pruiken en problemen in de 18e eeuw (2bf/2aa)



pruiken en problemen in de 18e eeuw



Bestuur en standenmaatschappij in Frankrijk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les



pruiken en problemen in de 18e eeuw



Bestuur en standenmaatschappij in Frankrijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Formatief SO 5.3 &5.4
  • Introductie-opdracht 6.2
  • Uitleg 6.2

Slide 2 - Tekstslide

Introductie op H6.2
  • Frankrijk in de 17e eeuw
  • Centralisatie
  • Absolutisme 


Je krijgt zometeen 3 vragen te zien. Zoek op internet naar het juiste antwoord en typ het in LessonUp.

Slide 3 - Tekstslide

Lesleerdoelen:
1. Je kunt uitleggen waarom vorsten streven naar centralisatie.
2. Je kunt de kenmerken van het absolutisme uitleggen.
3. Je kunt uitleggen hoe Lodewijk XIV zijn positie tot heilig verklaard.

Slide 4 - Tekstslide

Lodewijk XIV had veel kinderen, zowel wettige (bij zijn vrouw) als onwettige (bij zijn maitresses).
Hoeveel van zijn kinderen leefden nog toen Lodewijk XIV overleed en hoeveel daarvan waren wettige kinderen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Dit ‘tuinhuisje’ staat op het landgoed van het Paleis van Versailles. Hoe heet dit huisje?

Slide 7 - Open vraag

Lodewijk XIV had serieuze gebitsproblemen. Welk probleem had hij precies?

Slide 8 - Open vraag

Centralisatie
  • Voortaan moeten overal in het land dezelfde wetten gelden (dus geen verschil tussen verschillende gebieden of steden!) 
  • Overal in het land is het bestuur hetzelfde.

Slide 9 - Tekstslide


De Zonnekoning

Lodewijk XIV (1638-1715) werd één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
Hij werd koning toen hij 5 jaar was.
Alles in Frankrijk draaide om Lodewijk XIV, net zoals de planeten om de zon draaien. Hij is het centrum van de macht.

Slide 10 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
(oftewel De staat, dat ben ik)

De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. De geestelijken en de adel hebben dus niks meer te vertellen.
De macht van de koning is door God gegeven: droit divin (goddelijk recht) + alleen verantwoording afleggen aan God. 

Slide 11 - Tekstslide


Maar hoe dan?

  • De koning bepaalde zelf (zonder overleg met de adel) voortaan alle wetten en deze golden voor het hele land
  • Lodewijk versterkt het leger met soldaten die bij hem zelf in dienst zijn. 
  • De adel moest voortaan in het koninklijk paleis Versailles wonen, zodat hij ze goed in de gaten kon houden.

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van het Absolutisme
  • Centralisatie
  • De vorst beslist
  • De vorst regeert met goddelijke wil
  • Vertrouwt op ambtenaren i.p.v. adel
  •  Groot leger
  • Controleert kunst en religie
  • Beheerst de economie

Slide 13 - Tekstslide

Hoe wordt het droit divin op dit schilderij uitgebeeld?
A
Koning zit op de troon
B
Koning is omringd met bisschoppen
C
Koning krijgt de macht van 'boven'
D
De koning is 'verlicht'

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moest de adel van Lodewijk XIV op het paleis Versailles verblijven?

Slide 15 - Open vraag

Welke uitspraak past bij het absolutisme?
A
Samen zullen wij overwinnen.
B
De staat, dat ben ik.

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen van H5.5: 5.5.2 De machtshonger van Lodewijk XIV
Lezen van H6.2: 6.2.1. Koningen in de knel

Maken van H5.5: opdracht 4
Maken van H6.2: opdracht 1 en 3

Slide 17 - Tekstslide