8.4 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening

Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je beschrijven op welke manieren je vrije tijd kunt invullen;
- weet je waar mensen op letten als ze een vakantie kiezen;Leergebied overstijgende doelen:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van recreatie?
A
Efteling
B
Werk
C
Openbaar vervoer

Slide 5 - Quizvraag

Wat is toerisme?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een begroting?
A
Schema van alle inkomsten en uitgaven
B
Alle uitgaven van een bepaald bedrijf
C
Alle inkomsten van een bedrijf

Slide 7 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Had je 2 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 8 op blz. 152 t/m 154.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Vrije tijd
Een ander woord voor vrijetijdsbesteding is:
recreatie
Wanneer je voor recreatie gaat reizen, heet het:
toerisme
Leg uit dat recreatie en toerisme voor werk en inkomsten zorgen.
Mensen geven geld uit aan eten en drinken, bezoekjes aan een museum of pretpark en overnachtingen.



Slide 9 - Tekstslide

Een vakantie kiezen
Welk soort vakantie je kiest hangt af van hoeveel geld je hebt. Dit is je:
budget
Geef vier voorbeelden van hoe de grootte van het budget de vakantiekeuze bepaalt.
ver weg of dichtbij
luxe of eenvoudig
lang of kort
type overnachting en/of vervoermiddel


Slide 10 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 1 en 3.

Slide 11 - Tekstslide