Signaalwoorden

Maatwerkuur
Alinea- en zinsverbanden

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatwerkuur
Alinea- en zinsverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Zinsverbanden

Slide 2 - Tekstslide

Alinea's, signaalwoorden
en tekstverbanden

Slide 3 - Tekstslide

standpunt en argument

Er moet op school meer aandacht besteed worden aan de vaderlandse geschiedenis,


want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden.


standpunt
signaalwoord
argument
argument

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden (uitleg) 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
Opsomming                                                 en , ook, vervolgens, ten                                                                                     eerste, ten tweede, etc.
                                 


Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
voorbeeld                                                           zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument                                             want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt                                     dus, kortom, dan ook


Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden
Een voorbeeld kun je aankondigen met een signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...



Slide 7 - Tekstslide

Herkennen van verbanden
Je herkent verbanden door de signaalwoorden. Elk verband heeft zijn eigen signaalwoorden.

Deze kan je vinden in de theorie en deze MOET je uit je hoofd leren

Slide 8 - Tekstslide

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!

Slide 9 - Tekstslide

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 13 - Quizvraag

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 14 - Sleepvraag

Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.
Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.
De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening. 
Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
opsomming
Tegenstelling
Reden
Tegenstelling

Slide 15 - Sleepvraag

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 16 - Sleepvraag

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 17 - Sleepvraag

BOVENDIEN
A
opsomming
B
C
tijd
D
tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

TOCH
A
opsomming
B
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 19 - Quizvraag

ZOALS
A
opsomming
B
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 20 - Quizvraag

maar
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 21 - Quizvraag

Omdat
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 22 - Quizvraag

enerzijds...anderzijds
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 23 - Quizvraag

Signaalwoord: daarnaast

Tekstverband:
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 24 - Quizvraag

DAARNAAST
A
oorzaak/gevolg
B
tijd
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 25 - Quizvraag

kortom
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 26 - Quizvraag

Daarna
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 27 - Quizvraag

ONDER ANDERE
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 28 - Quizvraag

Klaar?

Nog vragen?

Slide 29 - Tekstslide