In een groepje van 5 (maak ik straks bekend) gaan jullie een spel bedenken dat je in 10 minuten kan spelen. Wat voor spel, is aan jullie. Het enige dat zeker is: de (random) voorwerpen die jullie hebben meegenomen, hebben een rol in het spelverloop.
Volgende week spelen we elkaars spellen en zullen jullie elkaar beoordelen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is creativiteit?
1 minuut de tijd om met je buren (max. 3 mensen) een korte uitleg te geven van dit begrip.
Wellicht krijgt één van jullie groepje straks de beurt...
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Groepjes H2A
Laura, Eline, Seth, Rutger en Grace.
Noa, Louise, Job, Corné en Tomas.
Vera, Marijn, Rachel, Max en Maurits.
Flore, Rens, Loïs, Stijn en Levi.
Eva, Tara, Joël, Bernoud en Stefan.
Slide 4 - Tekstslide
Groepjes H2B
1. Elena, Jet, Floortje, Mart, Floryan
2. Naomi, Loes, Zara, Thobian, Jeroen
3. Jonne, Nieke, Anna M, Nathan, Tijmen
4. Bente, Anne-Maartje, Ezra, Alexander
5. Marlou, Anniek, Ellemieke, Daan, Daniël
6. Rhodé, Rosalie, Anna R, Carmen
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik kan een (eigen) definitie van creativiteit geven.
Ik kan criteria verzinnen waar een spel aan moet voldoen.
Ik kan een spel verzinnen met een duidelijk doel, spelregels en een thema, waarin 5 willekeurige voorwerpen gebruikt worden.
Slide 6 - Tekstslide
Type spel
Een quiz, een bordspel, een balspel, een race, een precisieworp, een denkspel, een puzzel, een raadspel, een inschatspel, een zoekspel, enzovoort, enzovoort.
Of een combinatie!
Slide 7 - Tekstslide
Doel spel
Wat moeten de spelers bereiken?
De meeste punten scoren? Of juist de minste?
De snelste tijd, het meest dichtbij gegooid, etc. etc.
Ook de puntentelling hoort hierbij.
Slide 8 - Tekstslide
Duur spel
Dat is al duidelijk. In 10 minuten moeten de spelers het spel kunnen spelen. Je kunt ook twee rondes van 5 minuten doen, natuurlijk.
Slide 9 - Tekstslide
Spelregels
Minimaal 2 spelregels, maximaal 7 spelregels.
Schrijf ze op, samen met de verdere instructies.
Wat mag er wel/niet? Maar ook bijvoorbeeld:
als de pen in de tas valt in plaats van erop, ben je af.
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveelheid spelers
Minimaal 1 spelleider, degene die de punten bijhoudt en het spelverloop in de gaten houdt.
Minimaal 2 spelers, maximaal 4 spelers.
Slide 11 - Tekstslide
Voorwerpen
De random voorwerpen die jullie hebben meegenomen moeten allemaal (5) een plek krijgen in het spelverloop.
VB: een wc-rol kan een startlijn vormen.
Daarnaast mogen er stoelen gebruikt worden en 1 blok per groepje.
Slide 12 - Tekstslide
Thema en inhoud spel
Hoe ziet het spelverloop eruit, wat is het thema van het spel.
Ook de instructies horen hierbij, wat moet je doen om dit spel te kunnen spelen en het doel te bereiken?
Slide 13 - Tekstslide
Overzicht: op het werkblad
Type spel (wat voor soort spel?)
Thema en inhoud spel (waar gaat het over, instructies)
Voorwerpen (welke functie hebben de voorwerpen?)
Doel spel (wat moet er bereikt worden, puntentelling)
Duur spel (10 minuten)
Spelregels (min. 3, max. 7, schrijf ze ook op)
Hoeveelheid spelers (min. 2, max. 4)
Slide 14 - Tekstslide
Type spel
Thema en inhoud spel
Voorwerpen
Doel spel
Duur spel
Spelregels
Hoeveelheid spelers
SCHRIJF OP WERKBLAD
timer
35:00
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Maak een A4 papier met daarop:
de titel van het spel
de instructies
de spelregels
Print deze.
Volgende week spelen we de spellen en beoordelen we elkaar.
Slide 16 - Tekstslide
VERZIN
EEN SPEL
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik kan een (eigen) definitie van creativiteit geven.
Ik kan criteria verzinnen waar een spel aan moet voldoen.
Ik kan een spel verzinnen met een duidelijk doel, spelregels en een thema, waarin 5 willekeurige voorwerpen gebruikt worden.
Slide 18 - Tekstslide
Spelleider
Per groepje is er 1 iemand een spelleider. Deze persoon blijft steeds bij het eigen spel staan en is verantwoordelijk voor het geven van de instructies, het in de gaten houden van de spelregels en de puntentelling.