"typische werklozen & ze maken veel kinderen - profiteurs"
WAT
- veralgemenen vanuit een stereotype = vooroordelen
- negatieve uitlatingen = vijandige omgeving = discriminerende intimidatie
WAT KAN JE DOEN
4. ik-boodschap: "zeg collega, nu hoor ik je spreken over je cliënt, typische werklozen, ik verschiet daar wel van. "
1. doorvragen, oprechte interesse: "wat is het bij die cliënt dat je dan zo stoort?" "wat bedoel je dat het profiteurs zijn?"
10. veralgemeningen tegengaan "zijn alle werklozen dan profiteurs? Vind je dat echt?"