Herhaling H5
1 / 35
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Van wanneer tot wanneer duurde de vroegmoderne tijd?
A
1200 - 1800
B
1500 - 1800
C
1600 - 1700
D
1800 - 1900
Slide 5 - Quizvraag
Waar of niet waar? De vroegmoderne tijd begon met de tijd van ontdekkers en hervormers
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat was geen standpunt van Luther?
A
Hij was tegen de verering van heiligen
B
Mensen moesten zelf een bijbel kunnen lezen
C
Alle mensen moesten een gratis bijbel krijgen
D
Kerken moesten weer eenvoudig worden
Slide 7 - Quizvraag
Wie splitsten zich af van de katholieke kerk?
Slide 8 - Open vraag
Wie is de leider van protestantse kerkdiensten?
Slide 9 - Open vraag
De volgelingen van Calvijn waren ....?
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 10 - Quizvraag
Waar of niet waar? Karel V vervolgde de protestanten in de Nederlanden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
De Nederlanden bestond uit zeventien zelfstandige landjes, deze noemen we?
A
Gemeenten
B
Provincies
C
Gewesten
D
Provinciale
Slide 13 - Quizvraag
Willem van Oranje werd aangesteld als?
A
Vorst
B
Stadhouder
C
Keizer
D
Koning
Slide 14 - Quizvraag
Tijdens de _______ trokken protestanten naar katholieke kerken om deze te vernielen.
A
Beeldenstorm
B
Beeldenroof
C
Kerkenstorm
D
Kerkenroof
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens de opstand streden de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse overheersers. Welke oorlog komt hierin voor?
A
Zestigjarige oorlog
B
Tachtigjarige oorlog
C
Eerste Wereldoorlog
D
Tweede Wereldoorlog
Slide 16 - Quizvraag
Tegen wie streden de Geuzen?
A
Willem van Oranje
B
Karel V
C
Maarten Luther
D
Filips II
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de verkorte naam van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
We spreken van natuurlijke bevolkingsgroei wanneer er ________?
A
Meer kinderen worden geboren dan dat er mensen sterven
B
Minder kinderen worden geboren dan dat er sterven
C
Meer mensen emigreren dan immigreren
D
Meer mensen immigreren dan emigreren
Slide 20 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
''De manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is''
''De manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is''
Slide 21 - Open vraag
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
''Het gemiddeld aantal inwoners per km2 in een gebied of land''
''Het gemiddeld aantal inwoners per km2 in een gebied of land''
Slide 22 - Open vraag
Bekijk de afbeelding.
Welke bevolkingsgroep is het grootst?
Welke bevolkingsgroep is het grootst?
A
0 - 20 jaar
B
20 - 40 jaar
C
40 - 60 jaar
D
60 - 80 jaar
Slide 23 - Quizvraag
Waar of niet waar? Als je Nederland verlaat om ergens anders te gaan wonen, dan ben je in Nederland een immigrant
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Waar of niet waar? Cultuurelementen zijn kenmerken waaraan je een cultuur kunt herkennen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Een gebied waar culturen voorkomen die sterk op elkaar lijken is een ______?
Slide 27 - Open vraag
Waar of niet waar? Het proces waarbij een cultuur zich verspreidt over andere delen van de wereld noemen we cultuurverspreiding?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Waar of niet waar? Beide ouders van mensen met een migratieachtergrond zijn in het buitenland geboren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Waar of niet waar? Bij een multiculturele samenleving is er één cultuur enorm overheersend.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Hoe goed denk je dat je hoofdstuk 5 kent?
😒🙁😐🙂😃
