Solliciteren

Een sollicitatiebrief schrijven
Huygensweek
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Een sollicitatiebrief schrijven
Huygensweek

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les

- je weet wat je in een sollicitatiebrief schrijft
- je weet wat er in een cv staat


Slide 2 - Tekstslide

Heb je weleens een sollicitatiebrief geschreven?
ja
nee

Slide 3 - Poll

Wat is het doel van
een sollicitatiebrief?

Slide 4 - Woordweb

Sollicitatiebrief
- Met een sollicitatiebrief wil je de lezer ervan overtuigen dat jij de beste kandidaat bent voor de functie
- Je wilt uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
- Verwijs naar de vacature, met de datum
- Schrijf dat je solliciteert naar de functie



Slide 6 - Tekstslide

Middenstuk
- Reageer op de functie en de functieomschrijving
- Leg uit waarom jij de geschiktste persoon bent voor de functie. Bedenk wat de organisatie nodig heeft. Licht je argumenten toe met voorbeelden, bijvoorbeeld via de STARR-methode.
- Noem eigenschappen die passen bij de functie (interesses en ervaringen)


Slide 7 - Tekstslide

Slot
- Verwijs naar je cv, dat je meestuurt met je sollicitatiebrief
- Vraag om een reactie of een uitnodiging voor een gesprek
- Sluit af met een enthousiaste afsluitende zin

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld bekijken

Slide 9 - Tekstslide

Waar staat de afkorting cv voor?

Slide 10 - Open vraag

Curriculum vitae
Een overzicht van je opleidingen en je werkervaring 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat zet jij in je cv?

Slide 13 - Woordweb

Inhoud cv
1 Persoonlijke gegevens
Naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, adres, postcode en plaats, telefoonnummer, e-mailadres

2 Opleidingen
Schrijf op welke opleidingen je hebt gedaan en welke diploma's je hebt behaald. Schrijf er ook bij wanneer dat was. Zet de opleiding die je het langst geleden hebt gedaan onderaan.


Slide 14 - Tekstslide

3 Ervaring
Schrijf welke (bij)banen je hebt gehad en waar dat was. Vermeld ook wanneer je daar werkte. Ook hier geldt: zet je nieuwste baan bovenaan.

4 Referenties
Noteer de naam van iemand die iets over jou en je manier van werken kan vertellen. Zet zijn functie erbije, voor welke organisatie hij werkt, met daarbij het adres en telefoonnummer.

Slide 15 - Tekstslide