Blok 8 les 6 Communicatie en reflectie

Blok 8 PDO les 6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 8 PDO les 6

Slide 1 - Tekstslide

7.1 Communiceren kun je leren 
7.2 Ken jezelf: reflecteren 

7.3 Omgaan met reacties van anderen 
7.4 In gesprek gaan 

7.5 Verslag uitbrengen 
7.6 Jezelf laten zien 
Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik op de vorige paragrafen. 
                Wat weet je nog? 
                      Drie vragen.

Slide 3 - Tekstslide

In welke stap/fase van het reflectiemodel van Korthagen kom je de STARRT methode weer tegen?
A
Stap 1
B
Stap 2 en 3
C
Stap 4
D
Stap 5

Slide 4 - Quizvraag

Jij hebt een les gegeven over de Egyptenaren.
Na de les denk je na over je eigen handelen om daar de volgende keer beter van te worden. Wat doe je dan?
A
Analyseren
B
Reflecteren
C
Consumeren
D
Debatteren

Slide 5 - Quizvraag

Als iemand met zijn armen over elkaar gevouwen zit en achterover leunend, welke vorm van lichaamshouding past hier dan bij?
A
Open houding
B
Gesloten houding

Slide 6 - Quizvraag

                         Doelen van deze les:

Aan het eind van de les:
  • heb je geoefend in het geven van feedback
  • heb je geobserveerd hoe een ander feedback geeft en ontvangt
  • heb je geoefend in het feedback ontvangen

-kun je verschillende gespreksvaardigheden en gespreksniveaus  benoemen

Slide 7 - Tekstslide

Maak drietallen
Verdeel de volgende rollen: feedback gever, ontvanger, observator.
Gebruik de 4 G's of juist helemaal niet.
Kies een onderwerp uit je eigen praktijk. Denk aan:
 - Je moet altijd erg lang op school blijven om te helpen voorbereiden.
 - Je po onderbreekt je les.
 - Je po gebruikt ongepaste taal tegen de kinderen.
 - Je bent het niet eens met de beoordeling.
 - Je hoort hoe je houding voor de klas overkomt op de kinderen.
 - enz..
Speel het rollenspel 3 x en wissel telkens van rol.
Bespreek hoe het overkwam / voelde / en welk effect dat had.

Slide 8 - Tekstslide

7.4 In gesprek gaan
In de volgende  sheets bespreken we de volgende onderdelen:

- verschillende soorten gesprekken
- verschillende gespreksvaardigheden
- communiceren met collega's
- communiceren met ouders

Slide 9 - Tekstslide

7.4 In gesprek gaan
                                                     Verschillende soorten gesprekken

- Open gesprekken: de inhoud en structuur van het gesprek liggen      niet vast.
- Gesloten gesprek: de inhoud en structuur van het gesprek wel vast.
- Half open gesprek:  de structuur van het gesprek staat vast, alleen de inhoud nog niet.  De aanwezigen kunnen een eigen invulling aan het gesprek geven. Bv. een ouder gesprek. 

Vraag op de volgende sheet. Pak je boek er bij.

Slide 10 - Tekstslide

Welke twee gesprekken vergen meer voorbereiding en waarom?
Open, gesloten, halfopen.

Slide 11 - Open vraag

7.4 In gesprek gaan
                                             Verschillende gespreksvaardigheden
- gesloten vragen
- open vragen
- actief luisteren
- doorvragen
- samenvatten
- stiltes laten vallen.
Opdracht: lees de 6 kopjes rustig door (blz. 270t/m 272). Hier heb je 5 minuten de tijd voor. Klaar? Kijk vast naar de vragen in je werkboek. In de volgende 3 sheets komen vragen over deze vaardigheden.
             
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Welke gespreksvaardigheden heb je nodig bij een slechtnieuwsgesprek met een ouder?
A
Open vragen, actief luisteren, stiltes laten vallen en samenvatten
B
Gesloten vragen, doorvragen en samenvatten
C
Open vragen, doorvragen en samenvatten
D
Gesloten vragen, stiltes laten vallen en actief luisteren.

Slide 13 - Quizvraag

Welke vraag is een open vraag?
A
In welk jaar ben jij begonnen met volleybal?
B
Gaat Yasmine nog steeds met Job?
C
Waar eet jij liever? Bij de Mac of de Burgerking?
D
Wat ga je dit weekend doen?

Slide 14 - Quizvraag

Er komt een kind na de pauze bij je met een vervelende gebeurtenis op het plein. Welke twee gespreksvaardigheden zijn dan belangrijk om te gebruiken?
A
Stiltes laten vallen en samenvatten
B
Actief luisteren en doorvragen
C
Open vragen en stiltes laten vallen
D
Gesloten vragen en samenvatten

Slide 15 - Quizvraag

7.4 In gesprek gaan
                                                                  Verschillende niveaus:
Een gesprek (communicatie) heeft altijd verschillende niveaus:
- inhoudsniveau
- betrekkingsniveau
- metacommunicatie

Opdracht: bekijk blz. 272/273 en zoek de betekenis van deze drie gespreksniveaus op en schrijf ze op.
Straks krijgt iemand de beurt om te vertellen wat hij/zij heeft gevonden.

Slide 16 - Tekstslide

7.4 In gesprek gaan
                                                                                               Communiceren met ouders

Als onderwijsassistent heb je regelmatig te maken met ouders.
Hoe jonger het kind, hoe intensiever het contact met de ouders is.

Communicatie kan mondeling verlopen d.m.v. gesprekken, maar ook schriftelijk. Bv. Parro, e-mail of nieuwsbrieven.

Gescheiden ouders:
Belangrijk: maak afspraken met deze ouders hoe de communicatie moet verlopen. Beide ouders hebben recht op informatie over hun kind.  Uitzondering: wanneer één van de ouders geen wettelijk gezag heeft.

Slide 17 - Tekstslide

          Wat weet je nog van deze les? 
                               5 vragen

Slide 18 - Tekstslide

In een zorggesprek kun je beter geen stiltes laten vallen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In dit gesprek staat de opbouw en de inhoud van het gesprek vast.
A
Open gesprek
B
Gesloten gesprek
C
Half open gesprek

Slide 20 - Quizvraag

Als je een kort, specifiek antwoord wilt hebben. Wat voor soort vraag stel je dan?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 21 - Quizvraag

Hebben ouders altijd informatierecht over hun kind?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

In welk niveau communiceer je over het communiceren?
A
Inhoudsniveau
B
betrekkingsniveau
C
metacommunicatie

Slide 23 - Quizvraag



Huiswerk (facultatief) voor komende week/periode:
-maak de opdrachten van 7.3 en 7.4 in je werkboek. 


-lees 7.5 en 7.6 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.

                                                                      ~Succes~

Slide 24 - Tekstslide