Quiz Nederlands leerjaar 1

Welkom bij de quiz Nederlands


Veel succes!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de quiz Nederlands


Veel succes!

Slide 1 - Tekstslide

een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 2 - Quizvraag

teksten

Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 3 - Quizvraag

spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
agressief
B
aggresief
C
aggressief

Slide 4 - Quizvraag

spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 5 - Quizvraag

Meneer Mol (fronzen) zijn wenkbrauwen.
Schrijf de verleden tijd.
A
Fronste
B
Fronsde
C
Fronzden
D
Fronzde

Slide 6 - Quizvraag

lezen
Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
reageren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 7 - Quizvraag

lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 8 - Quizvraag

grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is 'huis' in de zin:
Morgen ga ik naar huis.
A
Voorzetsel
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Lidwoord

Slide 10 - Quizvraag

woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding

Slide 11 - Quizvraag

uitdrukking Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 12 - Quizvraag

een uitdrukking
Hoge bomen vangen veel .....
A
regen
B
wind
C
lucht

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
(Houden) jij meer van chocolade of van drop? - TT

Slide 14 - Open vraag

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen

Slide 15 - Open vraag

Maak de rij af:

..............-minder- minst
A
meer
B
weinig
C
veel
D
niets

Slide 16 - Quizvraag

Is
BIJTEN
een klankvast of een klankveranderend werkwoord?
A
het is geen werkwoord
B
klankvast
C
klankveranderend
D
ik heb geen idee

Slide 17 - Quizvraag

gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 18 - Quizvraag

1: Word je blij van school?
2: Word jouw zusje blij van school?
A
Alleen zin 2 is juist
B
Alleen zin 1 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Noem de drie lidwoorden!

Slide 20 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het volgende woord: beantwoorden

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het volgende woord: koken

Slide 22 - Open vraag

Wat is de PV in deze zin:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.
A
Met een bal
B
heeft
C
Frank
D
twee ramen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het wg in deze zin:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.

A
Met een bal
B
heeft
C
heeft gebroken
D
Frank

Slide 24 - Quizvraag

Husselwoord: Wat staat hier?
ebrza

Slide 25 - Open vraag

Husselwoord: Wat staat hier?
ijknon

Slide 26 - Open vraag

Husselwoord: Wat staat hier?
sploolchien

Slide 27 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op die beginnen met de letter "r"
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden

op die beginnen met de letter "m"
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Noteer in 1 minuut zoveel mogelijk woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
Bijvoorbeeld: groot-klein
timer
1:00

Slide 30 - Open vraag


Fijne vakantie!

Slide 31 - Tekstslide