Jodendom par.4 les 2 De Joodse levensbeschouwing

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De joodse levensbeschouwing

De joodse levensbeschouwing

In het boek wordt de joodse levensbeschouwing bekeken a.d.h.v. de volgende kernvragen:

Wat is belangrijk in het leven?

Wie is de mens?

Hoe leven mensen met elkaar samen?

Wat is de natuur?

Wat is tijd?

Wat is de betekenis van lijden en dood

4.4. De joodse visie op de natuur

• De natuur is door God aan de mens gegeven
• De mens moet goed zorgen voor de natuur
• De mens mag gebruik maken van de natuur, maar geen roofbouw plegen
• De natuur heeft rust nodig om te herstellen
• lees 4.4 en maak de opdrachten op de volgende slides

Waaruit blijkt dat Esther natuur en milieu belangrijk vindt?

Wat vind jij van de prijs die ingesteld is op de school van Esther? Geef redenen voor je standpunt.

Op welke manier hebben de sabbath en de visie op de natuur met elkaar te maken?

4.5. Joodse visie op tijd

• God heeft de wereld in zes dagen geschapen
• De joden zijn door god uitverkoren
• De joden verwachten een messias op aarde, als verlosser en bevrijder
• De joden verwachten de komst van het rijk van god.
• lees 4.5 en maak de opdrachten op de volgende slides.

Hoe kijkt Esther aan tegen het scheppingsverhaal?

Wat is volgens de joodse opvatting een Messias?

Wat is het Rijk van God?

Hoe kijkt de joodse levensbeschouwing aan tegen het verleden? Maak hierbij een onderscheid tussen liberale en orthodoxe joden.

4.6. Joodse visie op lijden en dood

• Joden geloven in een eeuwig leven, de ziel voegt zich bij god bij overlijden
• Hiervoor moet de mens rechtvaardig leven, dat moet je op aarde laten zien.
• lees 4.6 en het gedicht op de volgende slides. Maak vervolgens de opdrachten.

Lees het volgende gedicht van Elie Wiesel.

Waar is God?

De SS hing twee joodse mannen en een jongen voor de verzamel¬de kampbewoners op.

De mannen stierven snel, de doodstrijd van de jongen duurde een half uur.

‘Waar is God?

Waar is Hij?,’ vroeg iemand achter mij.

Toen na een poosje de jongen nog altijd in de strik martelde,

hoorde ik de man weer roepen:

‘Waar is God nu?’

En ik hoorde een stem in mij antwoorden

‘Waar is Hij?

Hier is Hij...

Hij hangt aan de galg....’

(Elie Wiesel)

Schrijf hieronder een korte biografie van de schrijver Elie Wiesel. Raadplaag verschillende bronnen. Vermeld welke bronnen je hebt gebruikt.

Wat wil Elie Wiesel duidelijk maken met dit gedicht?

Zoek op internet minimaal twee specifieke joodse rituelen rondom de dood. Vermeld ook de link waar je het gevonden hebt.