Zwarte sneeuw
1 / 49
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij het tijdvak REGENTEN EN VORSTEN
(1600-1700)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw
(1600-1700)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij het tijdvak PRUIKEN EN REVOLUTIES
(1700-1800)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw
(1700-1800)?
Kies 3 antwoorden: 18e eeuw - Bataafse Republiek - 17e eeuw - begin wereldhandel - Franse Revolutie - Gouden Eeuw
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke belangrijke veranderingen heb jij net in het filmpje gezien en gehoord in het Nederland van de 19e eeuw?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1766 - 1795
1795 - 1806
1806 - 1810
1815 - 1830
Koninkrijk Holland
Bataafse Republiek
Republiek der verenigde Nederlanden
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Lodewijk Napoleon
stadhouder Willem V
Koning Willem I
Napoleon Bonaparte
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Slide 31 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Slide 34 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Kies 1 persoon in jouw groep die jullie mening opschrijft!
(Choose 1 person in your group to write down your opinion!)
(Choose 1 person in your group to write down your opinion!)
Slide 37 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke overeenkomsten hebben jullie gevonden? Laat een ander nu schrijven!
(What similarities have you found? Let someone else write now!)
(What similarities have you found? Let someone else write now!)
Slide 38 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke verschillen hebben jullie gevonden? Laat een 3e persoon nu schrijven!
(What differences have you found? Let a 3rd person write now!)
(What differences have you found? Let a 3rd person write now!)
Slide 39 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke woorden passen het best bij verontreiniging?
(Which words best describe pollution?)
(Which words best describe pollution?)
A
fabrieken
(factories)
B
19e eeuw
(19th century)
C
verboden
(forbidden)
D
onvermijdelijk
(inevitable)
Slide 40 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke zin is het concept 'smog' juist gebruikt?
(In what sense is the concept of 'smog' correctly used?)
(In what sense is the concept of 'smog' correctly used?)
A
B
Omdat het in het dorp te gevaarlijk werd.
C
Omdat ze hun zelfgemaakte producten niet meer konden verkopen.
D
Omdat het in de stad rustiger was dan het dorp.
Slide 41 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke zin is het concept 'smog' juist gebruikt?
(In what sense is the concept of 'smog' correctly used?)
Er zat een dikke laag smog in het water.
(There was a thick layer of smog in the water.)
Door de smog kregen veel burgers last van hun longen.
(The smog caused many citizens to suffer from lung problems.)
In de 19e eeuw was er nog geen smog.
(There was no smog in the 19th century.)
Slide 42 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
De 19e eeuw wordt de eeuw van de burgers genoemd, omdat...
The 19th century is called the century of the citizens because...
The 19th century is called the century of the citizens because...
Slide 43 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De 19e eeuw wordt ook de eeuw van de stoommachines genoemd, omdat...
The 19th century is also called the century of steam engines, because...
The 19th century is also called the century of steam engines, because...
Slide 44 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 45 - Tekstslide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Leerdoel 1: Ik kan uitleggen hoe de Industriële Revolutie heeft bijgedragen aan de milieuvervuiling (how the Industrial Revolution contributed to environmental pollution).
Ja
Nee
Een beetje
Slide 46 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel 2: Ik kan vertellen wat de overeenkomsten zijn tussen industriële vervuiling in de 19e eeuw en de 21e eeuw (what the similarities are between industrial pollution in the 19th century and the 21st century).
Ja
Nee
Een beetje
Slide 47 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel 3: Ik kan vertellen wat de verschillen zijn tussen industriële vervuiling in de 19e eeuw en de 21e eeuw (what the differences are between industrial pollution in the 19th century and the 21st century).
Ja
Nee
Een beetje
Slide 48 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 49 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
