Oefentoets 4- Capítulo 1 Entre mar y montaña

• Spaans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Bienvenidos a la clase de español!

Capítulo 1: Entre mar y montaña (libro 3A)

La clase de hoy

La meta de la clase: 

Weten hoe je “de gebiedende wijs” moet toepassen. Je kunt minimaal drie zinnen maken met de gebiedende wijs.

Repaso (herhalen)

- Jullie oefenen met schrijfvaardigheid.

- Jullie oefenen met de "Gebiedende wijs".

- Jullie oefenen met de "presente perfecto".

- Oefenen leesvaardigheid.

- Jullie oefenen met "klinkerwisseling". (presente)                                         

1. Gramática

Bevestigend:
Usted-comer

1. comas
2. come
3. comed
4. coma

Bevestigend:
Hablar-tú

1. hablo
2. hablemos
3. habla
4. hablad

Ontkennend:
cerrar-usted

Bevestigend:
hacer-vosotros

Ontkennend:
mirar-tú

Escribe el imperativo de hablar/ tú

1. hable
2. habla
3. hablar
4. hablas

Escribe el imperativo de Cantar /usted

1. canta
2. cantas
3. cante
4. cantes

Escribe el imperativo de Correr /tú

1. correr
2. corre
3. corra
4. corres

Escribe el imperativo de Comprar /tú

1. compras
2. compra
3. compre
4. compres

Escribe el imperativo de Vivir /usted

1. vive
2. vivas
3. viva
4. vivir

Escribe el imperativo de estudiar /tú

1. estudio
2. estudias
3. estudie
4. estudia

Ik kan de gebiedende wijs vervoegen

😒🙁😐🙂😃

hemos 

has 

habéis 

he 

han 

ha 

Yo 

Tú

él

Nosotros

Vosotros

Ellas

Me llamo Javier, vivo en Best

me gusta estudiar español

Mis compañeros y yo siempre hacemos los deberes

también vamos a Sevilla

hoy empezamos al período 2

Soy Javier, he vivido en Best

me ha gustado estudiar español

hemos hecho los deberes

hemos  ido a Sevilla

hemos empezado al periódo 2

Ik kan de presente vervoegen

😒🙁😐🙂😃

3.Vocabulario

lejos

bajar

el destino

delante

también

la parada

el viaje

querer

willen

de bestemming

de halte

voor

ver

de reis

ook

uitstappen

4. Lectura (lezen)

un cumpleaños lleno de sorpresas

Waarom zegt María “¡Qué intriga!” (regel 16)? Omdat ze graag wil weten

1. of haar ouders op tijd terug zullen zijn.
2. waar haar vriend met haar naartoe zal gaan.
3. wat er op de verjaardagskaart staat.
4. wie er op haar verjaardag zullen komen.

Lees regel 20-30 (“Después ... playa.”). Wanneer doet Pablo de blinddoek af bij María?

D als ze uit de auto stappen in San Sebastián

1. als ze een wandeling gaan maken over het strand
2. als ze onderweg zijn naar San Sebastián
3. als ze op een plek komen waar ze gaan eten
4. als ze uit de auto stappen in San Sebastián

Waarom zegt María “¡Qué horror!” (regels 30-31)?

1. Ze heeft last van het eten.
2. Ze heeft pijn aan haar voeten.
3. Ze heeft de verkeerde schoenen aan.
4. Ze is haar badpak vergeten.

Wat vertelt María in alinea 3?

1. Dat er een verrassingsfeest voor haar is georganiseerd.
2. Dat Pablo haar naar een andere onbekende stad brengt.
3. Dat Pablo haar tijd geeft om feestkleding aan te trekken.
4. Dat ze in het begin niet op haar gemak was in de bar in Burgos.

Lees alinea 4.
Waar eindigt de verjaardag voor María?

1. bij haar thuis
2. in een bar
3. in een discotheek
4. in het ziekenhuis

Lees alinea 5.
Wat vindt María van haar verjaardag?

1. erg vermoeiend
2. onvergetelijk
3. veel te emotioneel
4. vervelend

5. Escuchar 

No me lo puedo ....

1. decir
2. creer
3. ver
4. haber

Madre mía, qué ....

1. día
2. suerte
3. alegría
4. sorpresa

Antía ha elegido su propio......

1. camino
2. destino
3. dormido
4. paso

Siempre supe que había algo importante en tu vida,
que nunca compartiste ....

1. contigo
2. conmigo
3. con nadie
4. con mi

Lo mejor que puedes hacer es quedarte en ....

1. la ciudad
2. casa
3. cama
4. la tienda

Porque eras una ....

1. pija
2. baila
3. niña
4. hija

Hoe goed heb je de stof van deze les begrepen?

1. Ik snap het helemaal
2. Ik snap het goed
3. Ik snap het een beetje
4. Ik snap het niet

Evaluación
Wat was je leerdoel?
Wat was de opdracht waar jullie het meest van hebben geleerd
en waarom?