Week 5 2a les 1

Period 3 Style & fashion

  • Je kunt je kleding benoemen en eigen stijl uitgebreid beschrijven en je eigen kleding met anderen vergelijken en je mening daar over geven

  • Je leert grammatica en woorden om je zinnen te kunnen maken in de verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomst

  • Je leest teksten en luistert naar fragmenten over fashion in de geschiedenis, tegenwoordige tijd en toekomst te begrijpen
 







1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Period 3 Style & fashion

  • Je kunt je kleding benoemen en eigen stijl uitgebreid beschrijven en je eigen kleding met anderen vergelijken en je mening daar over geven

  • Je leert grammatica en woorden om je zinnen te kunnen maken in de verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomst

  • Je leest teksten en luistert naar fragmenten over fashion in de geschiedenis, tegenwoordige tijd en toekomst te begrijpen
 







Slide 1 - Tekstslide

Lessen van periode 3:
1. Opdrachten tijdens de les.
2. Mind map tijdens de les (nodig voor toets).
3. Huiswerk opdrachten op TEAMS.

Slide 2 - Tekstslide

Lesson 1
Goal: Learn new vocabulary about the topic of clothes & describe your personal style.

  • Introduction
  • Worksheets reading & listening
  • Vocabulary quiz
  • Mind map





Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Schrijf op:
1. Wat vond jij van de kledingstijl van de mensen van de video?

2. Waarom zou jij je wel of niet zo kleden?

Slide 5 - Tekstslide

Worksheets
1. Read the text.
2. Answer the questions of page 2-3.


Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten 1: My everyday style
  1. Ga naar Teams
  2. Open 'opdrachten'
  3. Maak de opdrachten van part 1 - My everyday style.
  4. Let op! Dit is huiswerk voor 8 februari.

Slide 7 - Tekstslide

Next:
New words: clothes

Slide 8 - Tekstslide

What is this?
A
fest
B
cardigan
C
trousers
D
crop top

Slide 9 - Quizvraag

Which word doesn't fit?
A
shopping cart
B
old fashioned
C
discount
D
shop

Slide 10 - Quizvraag

Which word doesn't fit?
A
trainers
B
raincoat
C
cotton
D
skinny jeans

Slide 11 - Quizvraag

Which word doesn't fit?

A
zipper
B
buy
C
borrow
D
wear

Slide 12 - Quizvraag

Which word doesn't fit?
A
designer
B
dress up
C
cap
D
fashionable

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Mind map assignment

Mind map gebruik je bij de toets.

Een goede mindmap:
1. Netjes 
2. Bruikbare informatie

Slide 15 - Tekstslide

Mind map - My everyday style

On the test you must show/tell:
  • your favorite clothes​ & why these are your favorite clothes
  • explain what you are wearing
  • younger you​ and a younger family member​ compare styles

Hand in your mind map at the end of the lesson. (Lever je mind map in aan het eind van de les)








Slide 16 - Tekstslide