Redox

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof, leerdoelen en leermiddelen
Leermiddelen:
  • Chemie
  • Binas
  • Kenniskaart Redox (Classroom)
  • Filmpje Redox (Classroom)
Deze les beslaat de leerstof van paragraaf 9.1 en 9.2 van Chemie 5vwo, 7e editie.

De leerdoelen zijn (zie planning):

  • Reductor, oxidator en redoxreacties herkennen en omschrijven
  • Begrippen redoxkoppel en halfreactie kennen
  • Voorspellen of redoxreactie verloopt of niet o.b.v. reductor-/oxidatorsterkte
  • Binas 48 gebruiken (halfreacties, reductor-/oxidatorsterkte)
  • Totaalvergelijking redoxreactie opstellen m.b.v. halfreacties
  • Onderscheiden edele, halfedele, onedele en zeer onedele metalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: corrosie als voorbeeld
In dit voorbeeld wordt het metaal ijzer aangetast. Er is dan sprake van corrosie. In het geval van ijzer spreken we ook wel van roesten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit een oplossing met koper(II)ionen ontstaat via een redoxreactie vast koper. Elk koper(II)ion heeft...
A
2 elektronen afgestaan
B
1 elektron afgestaan
C
2 elektronen opgenomen
D
1 elektron opgenomen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door waterstofgas door broomwater (een oplossing van broom in water) te leiden, ontstaat via een redoxreactie een zure oplossing van waterstofbromide. Elk waterstofatoom heeft...
A
2 elektronen afgestaan
B
1 elektron afgestaan
C
2 elektronen opgenomen
D
1 elektron opgenomen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: elektronenoverdracht
Je kunt een redoxreactie herkennen aan het feit dat ladingen van deeltjes veranderen. Bv. het ontstaan of verdwijnen van ionen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie nevenstaande beginstof en reactieproduct. Is er sprake geweest van een redoxreactie en hoe licht je het antwoord toe?
A
nee, voor en na de reactie zijn het nog steeds ijzerionen, dus geen redox
B
nee, het is allebei ijzersulfaat dus er was geen reactie
C
ja, de ijzerionen zijn van lading veranderd
D
ja, de ijzerionen uit de beginstof hebben elektronen opgenomen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande reacties is een redoxreactie?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: reductoren
Metalen zijn altijd reductor.

Sommige metaalionen kunnen ook als reductor reageren.

Water is een heel zwakke reductor.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: oxidatoren
Metaalionen kunnen altijd als oxidator reageren. Sommige metaal-ionen kunnen ook als reductor reageren.

Zure oplossingen (H+) zijn oxidator.
Water is een heel zwakke oxidator.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de formules en namen naar het juiste veld: OX of RED.
OX idator
RED uctor
zoutzuur
Na(s)
chloorwater
Cu2+
oxaalzuur
S2O32-
tin
H2(g)
zuurstof
MnO4-
kaliumjodide-oplossing
Pb(s)
natronloog
F2(g)

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: halfreacties
In een halfreactie komen altijd elektronen (e-) voor. In de totaalreactie echter nooit! Zorg er bij het optellen voor dat e- wordt weggestreept.
(Streep ook andere deeltjes die links en rechts van de → staan altijd weg).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: halfreacties in Binas 48
Oxidator en haar geconjugeerde reductor (op dezelfde regel) vormen samen een redoxkoppel. Die noteer je als volgt
(reductor/oxidator):

             F-/F2
       Ce3+/Ce4+
          Au/Au3+

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie nevenstaande halfreacties voor de redoxreactie tussen aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing en kaliumchloride-oplossing. Kun je deze halfreacties zo bij elkaar optellen en hoe licht je het antwoord toe?
A
nee, eerst halfreactie van oxidator x 5 en halfreactie van reductor x 2 (en deze omkeren natuurlijk)
B
nee, eerst halfreactie van oxidator x 2 en halfreactie van reductor x 5 (en deze omkeren natuurlijk)
C
ja, zolang je de halfreactie van de reductor eerst omkeert
D
ja, zolang je de halfreactie van de oxidator eerst omkeert

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aluminium reageert met zoutzuur, waarbij een oplossing van aluminiumchloride en waterstofgas ontstaat.
Geef de halfreactie van de reductor. Gebruik Binas 48.

Slide 15 - Open vraag

Al(s) → Al3+(aq) + 3 e-
Aluminium reageert met zoutzuur, waarbij een oplossing van aluminiumchloride en waterstofgas ontstaat.
Geef de halfreactie van de oxidator. Gebruik Binas 48.
Neem i.p.v. het oxoniumion een proton als het zure deeltje.

Slide 16 - Open vraag

2 H+(aq) + 2 e- → H2(g)
Redoxreactie: oxidatorsterkte (linkerpagina Binas 48)
Hoe hoger oxidator in Binas 48, hoe groter U0, hoe sterker de oxidator, hoe zwakker de geconjugeerde reductor. 

Een sterke oxidator is veel meer reactief dan een zwakkere oxidator.

sterk











zwakker
U0(V)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: reductorsterkte (rechterpagina Binas 48)
Hoe lager reductor in Binas 48, hoe kleiner U0, hoe sterker de reductor, hoe zwakker de geconjugeerde oxidator. 

Een sterke reductor is veel meer reactief dan een zwakkere reductor.

zwakker









sterk
U0(V)
Het metaal lithium is de sterkte reductor, dus lithium-ionen zijn de zwakste oxidator!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: voorspellen a.d.h.v. sterkte
Een redoxreactie verloopt alleen wanneer de oxidator in Binas 48 boven de reductor staat.

(Er moet nl. altijd een zwakkere oxidator en reductor ontstaan).

zwakker









sterk
U0(V)
Het metaal calcium is als reductor wèl sterk genoeg om te reageren met de oxidator water, maar chroom niet!
sterker








zwakker

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke van nevenstaande situaties a, b en c treedt er een redoxreactie op? Maak gebruik van Binas 48 (en eventueel van Binas 66A en 66B).
A
a, b en c
B
alleen a
C
a en b
D
b en c

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: aanzuren en aanlogen (zie Binas 48)
  Lees dus altijd goed de tekst bij de opgave! Wanneer er 'aangezuurd' staat, betekent dat je halfreactie van de    oxidator dus links van de pijl niet alleen elektronen (e-) heeft, maar ook protonen (H+).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de halfreacties van waterstofperoxide wanneer deze:
a) aangezuurd is
b) niet aangezuurd is

Slide 22 - Open vraag

a) H2O2 + 2 H+ + 2 e- → 2 H2O

b) H2O2 + 2 e- → 2 OH-
Redoxreactie: halfreacties leiden tot totaalreactie
Als je het stappenplan volgt, kan het haast niet fout gaan.

Sterkste OX reageert met sterkste RED.

Vergeet niet weg te strepen!
(Vaak H2O en H+).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie: edelheid metalen (zie Binas 48)
Hoe edeler een metaal, hoe zwakker het is als reductor, hoe minder reactief het is.

Edele metalen ondergaan dus geen corrosie.

Enkele metalen kunnen zelfs reageren met water. Ze lossen niet op! (ook al ontstaat er soms een oplossing, het is een redoxreactie).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de metalen naar het juiste veld.
edel
half-
edel
onedel
zeer
onedel
Li
Sn
Cr
Ni
Al
Au
Mg
Hg
Co
K

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geselecteerde opgaven om mee te oefenen
Leermiddelen:
  • Chemie
  • Binas
  • Kenniskaart Redox (Classroom)
  • Filmpje Redox (Classroom)
Oefen voldoende tot je de stof echt beheerst.
Maak een keuze uit deze opgaven van paragraaf 9.1 en 9.2 van Chemie 5vwo, 7e editie: 7, 8, 9, 10, 13d, 14, 16, 17, 18, 21, 22, 23, 24, 25

Meer contextrijke opgaven zoals je ook op de toets kan tegenkomen:
"Toepassen" 7, 8, 9, 10, 11, 12, 18, 19, 20, 21

Lukt het even niet? Pak de theorie (zie "leermiddelen") erbij en probeer het nog eens. Lukt het nog steeds niet, stel je vraag aan de docent.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies