Wilskracht Femke & Tim 20211105

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voor deze les heb je p. 61 en p. 62 van het Slim jezelf zijn boek of werkblad 5.1 en werkblad 5.2 nodig. Zorg ervoor dat je de werkbladen voor de leerlingen hebt geprint. 

Module inzicht:
Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.

Les inzicht: Een gewoonte begint wanneer je iets opmerkt. Daarom is het belangrijk om de kans dat je iets opmerkt zo groot mogelijk te maken. Je kunt hiervoor slim gebruik maken van je omgeving.

Leerdoelen: De leerling...
  • Weet wat wilskracht is en dat dit op kan raken.
  • Weet wat een gewoonte is.
  • Weet wat een gewoontelus is en weet ook de individuele gedeeltes van een gewoontelus te benoemen.
  • Weet hoe de omgeving kan worden aangepast zodat je makkelijker met een nieuwe gewoonte kan starten of met een gewoonte kan stoppen.
  • Kan een als-dan-plan maken.
Extra informatie
Alle activiteiten die we dagelijks herhalen tellen zich op tot onze gewoontes. Er zitten gewoontes tussen die ons goed doen en gewoontes die we liever kwijt dan rijk zijn. De Amerikaanse schrijver James Clear heeft veel onderzoek gedaan naar gewoontes. Hij ontdekte dat een gewoonte bestaat uit vier stappen: opmerken, willen, doen en belonen.


 

Slide 2 - Tekstslide

Extra informatie
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken.
Voor meer informatie over de check kan je kijken op pagina 9 van het slim jezelf zijn boek of lezen over de check in de quickstart guide

Dit herken ik!

Dit herken ik niet!
Welke gewoontes herken je?

Op tijd beginnen met leren

Tandenpoetsen

Muziek luisteren

Sporten

In bed blijven na wekker

Lopen

Fruit eten

Slide 3 - Sleepvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Gewoontes

Een gewoonte is iets dat je vaak doet
zonder dat je er veel bij na hoeft te
denken. Bijvoorbeeld je veters
strikken, naar school fietsen of
je tanden poetsen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Waarvan zou je willen dat het
makkelijker gaat?

Slide 5 - Woordweb

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Benadruk dat er geen goed of fout is en dat alles waar de leerlingen tegenaan lopen in hun dagelijks leven kan worden ingevuld bij deze vraag. 
  • Vraag aan een aantal leerlingen wat het hen zou kunnen opleveren als deze dingen makkelijker zouden gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen of ze iets willen en wat ze willen met de opgedane ervaring. Voor meer informatie over het ervaren kan je kijken op pagina 12 en 13 van het slim jezelf zijn boek of lezen over het ervaren in de quickstart guide.


Wat is wilskracht voor jou?

Slide 7 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Wilskracht

Je hebt wilskracht nodig als je
dingen moet doen waar je geen zin in
hebt, maar die je wel belangrijk vindt.
Een gewoonte kost geen wilskracht
en kan je helpen om meer te
 doen van wat je wil of moet doen!

Slide 8 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Psycholoog Roy Baumeister deed in de jaren negentig een interessant experiment. Hij bood een groep proefpersonen een schaal radijsjes en een schaal koekjes aan. De ene helft van de proefpersonen mocht de koekjes eten en moest de radijsjes laten staan. De andere helft mocht juist de radijsjes eten en moest de koekjes laten staan. De helft die de koekjes moest laten staan, had het natuurlijk een stuk lastiger. Vervolgens vroeg Baumeister om de proefpersonen een lastige puzzel op te lossen. De proefpersonen die de koekjes hadden moeten weerstaan konden zich veel minder goed concentreren op de puzzel en gaven sneller op. Op basis van dit onderzoek concludeerde hij dat je wilskracht 'op' kan raken wanneer je dingen doet die wilskracht kosten. 


Wilskracht is een spier

Slide 9 - Tekstslide

Extra informatie
In zijn onderzoek vergelijkt Baumeister wilskracht met een spier: als je hem gebruikt raakt hij uitgeput. Wanneer je op een dag veel wilskracht nodig hebt voor de dingen die je moet doen, wordt het aan het einde lastiger om door te zetten. Dit ervaar je ook als je aan het sporten bent en je spieren aan het trainen bent: hoe langer je aan het sporten bent, hoe zwaarder het wordt.


Waarvan wil jij een gewoonte maken?

Slide 10 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Koppel eventueel terug naar wat ze tijdens de check hebben ingevuld. 
Extra informatie
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe je wilskracht slim kunt inzetten. Kennis over hoe gewoontes werken speelt hier een grote rol in. Omdat wilskracht op kan raken, moet je er zuinig mee omgaan. De dingen die geen wilskracht kosten zijn onze gewoontes. Deze dingen doe je automatisch. Daarom is het handig om te weten hoe gewoontes werken en uit welke stappen deze bestaan, zodat je ook een gewoonte kunt maken van de dingen die je lastig vindt. 


Zelf gewoontes maken

Slide 11 - Tekstslide

  • Laat de slide zien en bespreek de vier stappen die je moet zetten om van iets een gewoonte te maken.
Extra informatie
Om de stappen uit te leggen nemen we het voorbeeld van de gewoonte 'tandenpoetsen'.
  • Stap 1 - Bij het tandenpoetsen gaat het om het zien van je tandenborstel, het proeven van een nare smaak in je mond of het gevoel dat het tijd is om naar bed te gaan.
  • Stap 2 - Willen: Wanneer je je tandenborstel ziet staan of wanneer het bedtijd is word je eraan herinnerd dat het poetsen van je tanden leidt tot een beloning: een frisse adem. Dat zorgt ervoor dat je je tanden wilt gaan poetsen. 
  • Stap 3 - Doen: De daadwerkelijke actie die je uitvoert: tandenpoetsen
  • Stap 4 - Belonen: Na het uitvoeren van het gedrag ervaar je een beloning. Die zorgt ervoor dat het logisch wordt om het gedrag opnieuw te doen. In dit geval is de beloning de frisse smaak in je mond. 


Stap 1: Opmerken

Een gewoonte begint wanneer je 
iets opmerkt. Dit kan een gedachte 
of gevoel zijn, maar ook iets dat je 
waarneemt in je omgeving. 

Slide 12 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.


Slim gewoontes
veranderen


Kijk of je aan de hand van het
volgende filmpje kunt
raden wat nudgen is!

Slide 13 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Klik de slide verder naar het volgende filmpje.

Slide 14 - Video

  • Speel het filmpje af.
Wat is nudgen
volgens jou?

Slide 15 - Woordweb

  • Vraag de leerlingen of ze naar aanleiding van het filmpje denken te weten wat nudgen is.
  • Laat ze de vraag beantwoorden.


Nudgen

Nudgen is een duwtje in de goede 
richting geven. Het kan alles 
zijn waardoor mensen ander 
gedrag laten zien dan ze 
normaal zouden doen. 

Slide 16 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.


Jouw omgeving aanpassen


Pak je boek (p. 61) of werkblad erbij. 
Hoe kan jij jouw omgeving aanpassen?

Slide 17 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Voor deze opdracht hebben de leerlingen hun Slim jezelf zijn boek (p. 61) of werkblad 5.1 nodig.
  • Laat de leerlingen de opdracht maken.
Extra informatie
Je kunt je omgeving aanpassen, zodat je makkelijker met je schoolwerk aan de slag gaat. Wanneer je bijvoorbeeld je schooltas in het zicht zet, herinner je jezelf eraan dat je moet leren voor de ene belangrijke toets. Andersom kan je dit ook doen om te stoppen met een gewoonte. Door dingen uit je omgeving weg te halen zorg je ervoor dat je ze niet eens kán opmerken. Zet bijvoorbeeld de meldingen van je telefoon uit als je niet wilt worden afgeleid of leg hem in een andere kamer. 


Stap 3: Doen

Om echt aan de slag te gaan met dat 
wat je wilt of moet doen is het
belangrijk om de drempel zo laag 
mogelijk te maken. 

Maak het jezelf gemakkelijk!

Slide 18 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Bij deze stap gaat het om het voor jezelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de slag te gaan. Mensen zijn van nature namelijk geneigd om te kiezen voor de makkelijkste optie. 


De 2-minuten challenge

Maak het makkelijk: Ga twee 
minuten aan de slag met dat wat je 
wilt of moet doen!

Slide 19 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Leg de informatie die hieronder staat aan de leerlingen uit.
Extra informatie
Hele uitdagende doelen passen vaak niet bij het kiezen van de makkelijkste weg: wanneer je besluit dat je in de middag een verslag wilt schrijven is dat best een opgave. In dit geval helpt het om de doelen een stuk kleiner te maken. Dit is wat je bij de 2-minuten challenge ook doet: in plaats van dat je in één keer een heel verslag gaat schrijven, zeg je tegen jezelf: ik ga minimaal twee minuten aan de slag en daarna mag ik er zelf voor kiezen om te stoppen of om door te gaan. Zo ga je makkelijker aan de slag!


Ready, set, GO!!!

Pak je huiswerk erbij en ga hier 
twee minuten mee aan de slag!
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen iets van hun huiswerk erbij pakken, waar ze zelfstandig mee aan de slag kunnen.
  • Zet de timer op 2 minuten.
  • Stop de leerlingen als de timer om is.
  • Nadat de leerlingen twee minuten hebben gewerkt, kan je ze nog de optie geven (mits hier tijd voor is) om ze nog wat langer aan hun huiswerk te laten werken.
Extra informatie
Wanneer de leerlingen twee minuten aan hun huiswerk hebben gezeten, kan dit ervoor zorgen dat ze in een 'flow' raken. Als leerlingen na de twee minuten aangeven nog even door te willen gaan, geef ze hier dan vooral de ruimte voor.
De 2-minuten challenge heeft dus twee voordelen: je gaat makkelijker aan de slag én je hebt de kans dat je het langer volhoudt.


Hoe vond je het om te beginnen
aan de 2-minuten challenge?

Slide 21 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Vraag aan enkele leerlingen waarom het makkelijk/moeilijk was.
  • Vraag ook hoe de leerlingen het vonden om het af te maken en waarom.

Slide 22 - Tekstslide

Extra informatie
Mijn experiment is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren. De invulpagina in het slim jezelf zijn boek aan het eind van elke module (bijv pagina 72 voor de module wilskracht) geeft hiervoor handvatten. Voor meer informatie over mijn experiment kan je kijken op pagina 16 van het slim jezelf zijn boek of lezen over mijn experiment in de quickstart guide


Wat wordt jouw experiment?

Slide 23 - Open vraag

  • Zorg dat de leerlingen de vraag beantwoorden.