§ 2.6: Parler.

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Doel:

- Je kunt vragen stellen en beantwoorden over waar en met wie je woont, je leeftijd en die van familie en vrienden.

Comment s'appelle ... copine?
Hoe heet jouw vriendin?

1. ton
2. ta
3. tes

Où sont ... copains?
Waar zijn jouw vrienden?

1. ton
2. ta
3. tes

mijn moeder

mijn vader

mijn ouders

mon père

ma père

mes père

mon mère

ma mère

mes mère

mon parents

ma parents

mes parents

Les:

- Herhalen: bezittelijk voornaamwoord.

- Nakijken ex 17 & 18.

- Spreken.

- Zelfstandig werken. 

Huiswerk:

- mk ex 19, 20, 22.

- lr apprendre 5 t/m 8.

B

1 hoort bij opa

2 hoort bij katten

3 hoort bij vader

4 hoort bij zus

5 hoort bij broer

6 hoort bij hond

7 hoort bij moeder

8 hoort bij krokodil

EXERCICE 18 – GRAMMATICA

1 ma famille

2 ton père

3 mon grand-père

4 ta sœur

5 ma cousine

6 mon chat

7 mes chiens

Comment tu t'appelles ?

Tu as quel âge ?

Tu habites où ?

Tu as des frères ou des soeurs ?

J'ai deux soeurs.

Je m'appelle Thomas.

J'ai 13 ans.

J'habite à Vleuten.

Zelfstandig & stil werken:

- Schrijf je huiswerk in je Plenda.

- Maken ex 19, 20, 22.

- Leren apprendre 5 t/m 7.

Ik kan vragen stellen en beantwoorden over waar en met wie je woont, je leeftijd en die van familie en vrienden.

1. 🥳
2. 😭
3. 😏

Wat heb ik nodig na deze les:

1. Extra uitleg
2. Extra oefenen
3. Extra uitdaging
4. Extra leertips