Fictie en non-fictie

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les:

- begrijpen we wat fictie en non-fictie is
- kunnen we uitleggen hoe realistisch een verhaal is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en non-fictie
Fictie zijn teksten en beelden over gebeurtenissen en mensen die verzonnen zijn

Non-fictie zijn teksten en beelden over de werkelijkheid, met feiten over echte mensen en gebeurtenissen, niet verzonnen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
C
Geen van beiden
D
Allebei

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We maken: opdracht 2

1 zelfstandig (2 min); kijken we klassikaal na

2 mag je individueel of met je schoudermaatje maken; op fluistertoon (20-30 min)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch - niet realistisch
tekst toevoegen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noem zoveel mogelijk beoordelingswoorden!

Slide 13 - Woordweb

vlot, langdradig, actie, er gebeurt weinig, herkenbaar, bizar, niet realistisch, opgewekt, zielig, mooi, lelijk, griezelig, rustgevend, ontroerend, boeiend, meeslepend, diepzinnig etc.
We maken: opdracht 3 
individueel of met je schoudermaatje op fluistertoon

Je start met 2 en 3; ben je daarmee klaar, 
dan maak 1

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies