Clock 8-3-21

In deze les:
In deze les staan kloktijden centraal 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

In deze les:
In deze les staan kloktijden centraal 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We gaan een filmpje kijken over kloktijden en daarna gaan we een paar opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hele klokuren:

It's (...) O'clock
tussen de haakjes komt het hele uur

Bijvoorbeeld: 
It's 8 O'clock
(Het is 8 uur)
Halve uren:

It's half past (...)
tussen de haakjes komt het uur dat voorafging

Bijvoorbeeld: 
It's half past 8
(Het is half 9)

Kwart over:

It's a quarter past (...)
tussen de haakjes komt het uur dat voorafging

Bijvoorbeeld: 
It's a quarter past 8
(Het is kwart over 8)

Kwart voor:

It's a quarter to (...)
tussen de haakjes komt het uur dat volgt

Bijvoorbeeld: 
It's a quarter to 9
(Het is kwart voor 9)

Let erop dat je verwijst naar het uur dat voorafging

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
We gaan nu aan de slag met een paar opdrachten om te kijken of je het begrepen hebt

Slide 6 - Tekstslide

Hoelaat is het?

22:00
A
It's eight o'clock
B
It's ten o'clock
C
It's twelve o'clock

Slide 7 - Quizvraag

Hoelaat is het?

15:30
A
It's half past three
B
It's half to three
C
It's half past four
D
It's half to four

Slide 8 - Quizvraag

Hoelaat is het?

9:15
A
It's a quarter past nine
B
It's a quarter to nine
C
It's a quarter past ten
D
It's a quarter to ten

Slide 9 - Quizvraag

Hoelaat is het?

17:45
A
It's a quarter past eight
B
It's a quarter to eight
C
It's a quarter past six
D
It's a quarter to six

Slide 10 - Quizvraag

Hoelaat is het?

11:20
A
It's ten to half twelve
B
It's forty to twelve
C
It's twenty past eleven
D
It's twenty to eleven

Slide 11 - Quizvraag

Hoelaat is het?

20:40
A
It's twenty to eight
B
It's twenty past eight
C
It's twenty to nine
D
It's twenty past nine

Slide 12 - Quizvraag

Hoelaat is het?

13:05
A
It's five to twelve
B
It's five past twelve
C
It's five to one
D
It's five past one

Slide 13 - Quizvraag

Hoelaat is het?

7:35
A
It's thirty-five past seven
B
It's twenty-five to seven
C
It's thirty-five past eight
D
It's twenty-five to eight

Slide 14 - Quizvraag

Op jouw wekker staat dat het 21:55 is, hoelaat is het? schrijf de tijd uit in het Engels (It's .....)

Slide 15 - Open vraag

Hoelaat is het?

Slide 16 - Tekstslide

Geef je antwoord in

Slide 17 - Open vraag

Hoelaat is het?

Slide 18 - Tekstslide

Geef je antwoord in

Slide 19 - Open vraag

Op jouw wekker staat dat het 8:25 is, hoelaat is het? schrijf de tijd uit in het Engels (It's .....)

Slide 20 - Open vraag

Wat gaan we nu doen?
We gaan een tijdsaanduiding in een zin gebruiken. Daarvoor gaan we eerst nog even kijken hoe het zit met de juiste woordvolgorde van een zin.
Kijk het filmpje en maak daarna de opdracht

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wie

doet
wat
waar
wanneer
onderwerp
werkwoorden
meew./lijdendvoorwerp
plaats
tijd
Sarah is making dinner in the kitchen at a quarter past six

Every Monday they play handball in the gym at eight o'clock

Een tijdsaanduiding kan ook aan het begin van een zin geplaatst worden

Slide 23 - Tekstslide

Maak zelf een Engelse zin met de tijdsaanduiding "half 9"

Slide 24 - Open vraag

Kijk naar de tijd en onthoud hem goed!
bedenk een activiteit die je op dit moment van de dag zou doen en schrijf dat op in de volgende slide.

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf de tijd op in het Engels en een bijpassende activiteit (iets wat je op dat moment van de dag zou doen)

Slide 26 - Open vraag

Kijk naar de tijd en onthoud hem goed!
bedenk een activiteit die je op dit moment van de dag zou doen en schrijf dat op in de volgende slide.

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf de tijd op in het Engels en een bijpassende activiteit (iets wat je op dat moment van de dag zou doen)

Slide 28 - Open vraag

Kijk naar de tijd en onthoud hem goed!
bedenk een activiteit die je op dit moment van de dag zou doen en schrijf dat op in de volgende slide.

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf de tijd op in het Engels en een bijpassende activiteit (iets wat je op dat moment van de dag zou doen)

Slide 30 - Open vraag

Kijk naar de tijd en onthoud hem goed!
bedenk een activiteit die je op dit moment van de dag zou doen en schrijf dat op in de volgende slide.

Slide 31 - Tekstslide

Schrijf de tijd op in het Engels en een bijpassende activiteit (iets wat je op dat moment van de dag zou doen)

Slide 32 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll