In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
HC Duitsland in Europa
(1919-1991)
2.2: Duitsland valt uiteen (1945-1961)
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze lessenserie kun je uitleggen waarom Duitsland verdeeld raakte en hoe beide Duitse staten zich ontwikkelden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van het onderwerp?
Slide 3 - Woordweb
Lees:"Twee Duitse staten" op p.45
In je boek staat dat Duitsland; economisch, moreel, politiek en sociaal ontwricht was.
Schrijf in je schrift bij elk aspect een concreet voorbeeld op.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Duitsland ligt in puin
Duitse steden liggen in puin, wegen en bruggen zijn vernietigd.
Vijf miljoen mannen waren gesneuveld.
Slide 5 - Tekstslide
Heimatvertriebenen
Grote stroom van:
- terugkerende soldaten
- terugkerende slachtoffers van het naziregime
- 13 miljoen Duitse minderheden moesten vluchten
Slide 6 - Tekstslide
Lees het 2e tekstblok (Trumandoctrine)
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
De VS waren bang dat heel Europa communistisch zou worden
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
De Trumandoctrine was bedoeld om communistische landen te helpen
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
De Marshallhulp kan gezien worden als een economisch onderdeel van de Trumandoctrine
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
De Marshallhulp leidde tot
a. de Europese eenwording
b. de deling van Duitsland
A
alleen a is juist
B
alleen b is juist
C
a en b zijn juist
D
a en b zijn onjuist
Slide 11 - Quizvraag
in welke bezettingszone werd de D-mark niet ingevoerd?
A
die van de VS
B
die van En
C
die van Fr
D
die van de SU
Slide 12 - Quizvraag
Bekijk de cartoon:
1. voor wie staat de man symbool?
2. voor wie staan de gieren symbool?
3. voor wie staan de kippen symbool?
4. Past deze bron beter bij de Marshallhulp of bij de Trumandoctrine
Slide 13 - Tekstslide
De Blokkade van Berlijn
mei 1948 - juni 1949
Slide 14 - Tekstslide
Wat is er hand?
Stalin wil West-Berlijn toevoegen aan de Sovjet-zone
Westelijke bezettingszones steeds meer één gebied
Directe aanleiding: invoering van de D-Mark in westelijke bezettingszones
Slide 15 - Tekstslide
Wat gebeurt er?
Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn
Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug
Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Bij de Blokkade van Berlijn waren tussen juni 1948 en mei 1949 de weg-, spoor- en binnenvaartverbindingen tussen de westelijke bezettingszones van Duitsland en West-Berlijn door de SU afgesloten. De blokkade was een reactie op de invoering van de D-Mark in de westelijke bezettingszones van Duitsland. Gedurende de blokkade werd West-Berlijn via een luchtbrug bevoorraad.
Kinderen in West-Berlijn spelen de luchtbrug na.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
1. Vertaal de titel
2. Waar staan de ooievaars symbool voor? 3. Waaruit spreekt de dreiging van Stalin?
4. Wat wil de auteur duidelijk maken met de prent?
Slide 19 - Tekstslide
Bekijk de cartoon over de Blokkade van Berlijn (hotspot en stencil).
1. Bedenk waar de V symbool voor staat.
2. Welke cartoon; de Birdwatcher of deze, geeft de situatie van de blokkade beter weer en waarom?
Slide 20 - Tekstslide
Gevolgen van de Blokkade van Berlijn
Nog tijdens de blokkade werd in het westen de NAVO opgericht; een militair bondgenootschap
In West-Duitsland werd een nieuwe staat gesticht. De bezettingszones gingen op in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD), met Bonn als hoofdstad.
In oktober 1949 reageerde de Sovjet zone door de Duitse Democratische Republiek (DDR) te stichten. Geleid door de communistische SED partij.
Slide 21 - Tekstslide
Naam
BRD
DDR
Volledige naam
Bondsrepubliek Duitsland
Duitse Democratische Republiek
Wanneer
zomer 1949
herfst 1949
Politiek
Parlementaire Democratie met bondskanselier
Totalitaire communistische dictatuur
Leider
Konrad Adenauer
Walter Ulbricht
Economie
Vrije markt economie
Planeconomie
Slide 22 - Tekstslide
Maken
Blz. 60 - opdracht 20
timer
15:00
Slide 23 - Tekstslide
BRD
Parlementaire democratie
Stabiel (partijen konden enkel in de Bondsdag, het parlement, komen als ze minstens 5 procent van de stemmen kregen)
bondskanselier 1949-1963: Konrad Adenauer (CDU)
Slide 24 - Tekstslide
Mede dankzij het Marshallplan groeide de economie in het Westen. In de Oostzone mocht de Marshallplan niet
geaccepteerd worden: geen economische groei.
Wirtschaftswunder
Slide 25 - Tekstslide
Wirtschaftswunder
Snelle wederopbouw
werkloosheid verdween
Rijkste land van Europa
EGKS (1952) en NAVO (1955)
Slide 26 - Tekstslide
Westbindung
Adenauer wilde zo nauw mogelijk samenwerken met het westen.
Hereniging kon pas als het communisme verdween in Oost-Duitsland.
Hij erkende de DDR niet
Slide 27 - Tekstslide
Oost-Duitsland
Walter Ulbricht, leider van de communistische partij:
Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED)
Slide 28 - Tekstslide
Totalitaire communistische dictatuur
Staatssicherheitsdienst (Stasi)
Planeconomie
Landbouwcollectivisatie
Lid van Warschaupact (militaire samenwerking) en de Comecon (economische samenwerking)
Slide 29 - Tekstslide
1953 Protesten
Het gaat slecht met de economie in de DDR
Arbeiders moeten harder gaan werken voor hetzelfde loon
Mensen komen in opstand
Stasi wordt uitgebreid
Slide 30 - Tekstslide
"Groene grens"
Honderdduizenden Oost-Duitsers trokken naar West-Duitsland
Daarom sloot Ulbricht de grens met West-Duitsland.
Maar de grens tussen Oost- en West-Berlijn moest van de SU open blijven.