SPQR les 15 t/m 18 grammatica
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel verbuigingsgroepen zijn er bij het zelfstandig naamwoord?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Bij congruentie zijn behalve het geslacht
nog twee andere punten van belang.
Welke twee punten?
nog twee andere punten van belang.
Welke twee punten?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
deum (bonus)
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
deum (bonus)
Slide 7 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
matrem (bonus)
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
matrem (bonus)
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
matrem (fortis)
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.
matrem (fortis)
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het bijwoord van
longus ?
longus ?
A
longe
B
longiter
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de comparativus van
longus ?
longus ?
Slide 20 - Woordweb
Wat is de superlativus van
longus ?
longus ?
Slide 21 - Woordweb
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de comparativus van
bonus ?
bonus ?
A
bonior
B
melior
C
bonissimus
D
optimus
Slide 25 - Quizvraag
Verbind de bijvoeglijke naamwoorden
met de juiste superlativusvorm.
minimus
plurimus
pessimus
maximus
malus
magnus
multus
parvus
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Wat betekent
quam fortissime ?
quam fortissime ?
A
sterker dan
B
zo sterk mogelijk
C
het sterkst
D
zeer sterk
