Quantifiers

Quantifiers (telwoorden)
Geven informatie over hoeveel er van iets is

(A) little
(A) few
Much
Many
A lot of
Lots of

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quantifiers (telwoorden)
Geven informatie over hoeveel er van iets is

(A) little
(A) few
Much
Many
A lot of
Lots of

Slide 1 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

(A) little
(A) few

Gebruiken we wanneer er niet veel van iets is (weinig)



Slide 2 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

(A) little

Gebruiken we om te praten over 
dingen die weinig zijn en die we niet kunnen tellen    

"A little kindness goes a long way."






Slide 3 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

(A) few

Gebruiken we om te praten over 
dingen die weinig zijn en die we wel kunnen tellen    

"My boyfriend got me a few snacks from the machine."






Slide 4 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

Much
Many

Gebruiken we wanneer er veel van iets is



Slide 5 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

Much

Gebruiken we om te praten over 
dingen die veel zijn en die we niet kunnen tellen    

"How much money do you need for tomorrow?"






Slide 6 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

Many

Gebruiken we om te praten over 
dingen die veel zijn en die we wel kunnen tellen    

"My father surprised my mother with so many flowers today."






Slide 7 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

A lot of
Lots of

Gebruiken we wanneer er veel van iets is bij woorden 
die je wel kan tellen en bij woorden die je niet kan tellen



Slide 8 - Tekstslide

Quantifiers (telwoorden)

A lot of
Lots of

"I played a lot of football in the summer."
"I played lots of football in the summer."



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


My little brother and I have ____ toys.
A
A few
B
A little

Slide 11 - Quizvraag


My friend's father is rich. He has ___ money.
A
A few
B
A little
C
A lot of
D
Much

Slide 12 - Quizvraag


My school is annoying. They make us sit in ____ classes a day.
A
A few
B
Many
C
A lot of
D
Much

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide



Make exercises:
49-51

Pages:
60-63

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide



 (Kader) Make exercises:
51-54

Pages:
60-63

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide






have learned about
and have practiced with
quantifiers

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


I went shopping today. I bought _____ items of clothes and ______ pairs of shoes.

Slide 19 - Open vraag





Make: Exercises 49-52 | Pages 60-63 
Study: All the vocabulary words | Pages 72-73


Slide 20 - Tekstslide




Practice with the vocabulary words from Chapter 1

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide