Overdrijven 4

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke alinea is volgens jou de belangrijkste?
A
De inleiding
B
Alinea 2
C
Alinea 3
D
De laatste Alinea

Slide 2 - Quizvraag

Wat is in de inleiding de belangrijkste zin?
Liegen mag niet in de reclame, maar een beetje overdrijven mag wel. 
Daar maken reclamemakers graag gebruik van. 
Want ze willen in zo'n kort filmpje zo opvallend mogelijk iets over een product vertellen

Slide 3 - Open vraag

Wat is de belangrijkste zin van deze alinea?
Liegen mag niet in de reclame, maar een beetje overdrijven mag wel.
Daar maken reclamemakers graag gebruik van.
Want ze willen in zo'n kort filmpje zo opvallend mogelijk iets over een product vertellen
A
De openingszin
B
De tweede zin
C
De derde zin
D
De slotzin

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste zin van de tweede alinea?
Soms overdrijven ze zó sterk, dat je dingen ziet die in het echt niet kunnen. 
Zo was er ooit een reclame waarin een olifant tegen een koffer schopte en erbovenop ging zitten . 
De fabrikant wilde laten zien dat zijn koffer de beste was en tegen een stootje kon. 
Voor het filmpje was daarom een speciaal verstevigde koffer gemaakt waar niets mee kon gebeuren 
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De derde zin
D
De laatste zin

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de
belangrijkste
zin van
alinea vier?
Er zijn ook reclames, die overdrijven zonder dat je het merkt
De makers gebruiken dan speciale trucs bij de opnamen. 
Poppetjes van tekenfilmseries lijken in de reclames soms veel groter dan ze zijn. 
Bovendien kunnen ze schieten, lopen en zelfs vliegen. Op de televisie ziet het er prachtig uit.
Het is allemaal net echt. Maar de fabrikant vertelt er niet bij dat je er batterijen in moet stoppen of dat je de poppetjes zelf moet bewegen.

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel voorbeelden van reclame staan in deze tekst?
A
maar één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 7 - Quizvraag

In deze tekst staat naast het voorbeeld van de olifant nog een voorbeeld.
In welke alinea?
A
de eerst alinea
B
de tweede alinea
C
de derde alinea
D
de vierde alinea

Slide 8 - Quizvraag

Welk voorbeeld van reclame staat in de vierde alinea?
Er zijn ook reclames die overdrijven zonder dat je het merkt. De makers gebruiken dan speciale trucs bij de opnamen. Poppetjes van tekenfilmseries lijken in de reclames soms veel groter dan ze zijn. Bovendien kunnen ze schieten, lopen en zelfs vliegen. Op de televisie ziet het er prachtig uit. Het is allemaal net echt. Maar de fabrikant vertelt er niet bij dat je er batterijen in moet stoppen of dat je de poppetjes zelf moet bewegen.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het belangrijkste in een tekst?
A
De voorbeelden
B
Waar de voorbeelden bij horen.

Slide 10 - Quizvraag