Voorbereiding SE Genetica 6V

Oefeningen ter voorbereiding SE
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefeningen ter voorbereiding SE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P1 heeft bruine ogen genotype AA
P2 heeft groene ogen genotype aa
Sleep de juiste letters naar het kruisingschema:

A
A
a
a
T
A
A
A
a
a
A
a
a

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk genotype hoort bij welke bloedgroep?
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep 0 hebben een kind met bloedgroep 0. Hoe groot is de kans dat een tweede kind ook bloedgroep 0 heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quizvraag

het kind heeft bloedgroep 0, dus ii. Van vader én moeder moet het dus allel i hebben gekregen, vader heeft dus genotype IAi. Moeder heeft ii (bloedgroep 0). De kans dat vader i doorgeeft is 0,5, de kans dat moeder i doorgeeft is 1. De kans op ii is dus 0,5 x 1 = 0,5. Het feit dat het eerste kind bloedgroep 0 heeft is niet van invloed op de bloedgroep-kans voor het tweede kind.
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Een zwartharige (homozygote) cavia wordt gekruist met een witte cavia. Twee nakomelingen van de F1 worden onderling gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F2 dat wit haar zal hebben?
Schrijf deze kruising helemaal uit en lever deze foto in.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer de volgende notatie:

Deze notatie geeft het volgende aan:
AABbXDYd
A
Een man die heterozygoot is voor 2 genen
B
Een vrouw die heterozygoot is voor 2 genen
C
Een man die heterozygoot is voor 1 gen
D
Een vrouw die heterozygoot is voor 1 gen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My little pony's zijn er in een grote verscheidenheid aan vachtkleuren. Vachtkleur kan pastel of neon zijn. Het gen voor manen kleur bevindt zich op hetzelfde chromosoom als het gen voor vachtkleur. Manen kleur is blond of bruin, waarbij de donkere kleur dominant is. Een zogenaamde "rasechte" zachte "little pony" (blonde manen, pastelkleurige vacht, dubbel homozygoot recessief) wordt gekruist met een raszuivere "coole" little pony (neon vacht, bruine manen). Het resultaat is een serie F1-individuen, waarvan de merries vervolgens worden gefokt met raszuivere zachte hengsten.
De fenotypen van F2 zijn: neon bruin 17: neonblond 2: pastelbruin 1: pastelblond 13

Welk verhouding van nakomelingen zou je verwachten als de genen niet gekoppeld zijn?

A
1:2:1
B
1:1:1:1
C
9:3:3:1
D
15:1

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bepaalde plantensoort heeft drie allelen voor de bloemkleur:
de dominante allelen E(r) voor rood en E(b) voor blauw en het recessieve allel e voor wit. Een plant met het genotype E(r) E(b)heeft paarse bloemen.
Er zijn bij deze plantensoort twee allelen voor bloemgrootte:
het dominante allel G voor grote bloemen en het recessieve allel g voor kleine bloemen.

Een kruising van twee individuen levert talrijke nakomelingen op met acht verschillende fenotypen; 75% van de nakomelingenschap is grootbloemig. Wat zijn de fenotypen van de met elkaar gekruiste individuen?
A
paars-grootbloemig en paars-grootbloemig
B
paars-grootbloemig en wit-kleinbloemig
C
rood-grootbloemig en blauw-grootbloemig
D
rood-grootbloemig en wit-kleinbloemig

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draken hebben een glitter huid of een gepantserde huid. In de afbeelding zie je een familie van draken waarin de open symbolen de draken zijn met glinsterende huid en de gevulde die met gepantserde huid. Op welke manier wordt het gen voor gepantserde huid over geërfd? (Autosomaal / X-chromosomaal | Recessief / Dominant) Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bepaalde muizen soort kan een grijze of zwarte vachtkleur hebben en een lange of korte staart. Een kruising tussen muizen met een zwarte vacht en een lange staart en muizen met een grijze vacht en een korte staart produceert alleen nakomelingen met een zwarte vacht en een lange staart. Met behulp van de genen symbolen G voor zwart, g voor grijs, S voor lang en s voor kort, wat is het genotype van een grijs behaarde, kortstaartige muis?
A
GGSS
B
ggSS
C
ggss
D
GgSs

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Sikkelcelanemie (SCA) is een autosomaal recessieve ziekte die wordt veroorzaakt door een puntmutatie in het gen voor β - globine. Mensen die een kind verwachten, kunnen worden getest om te bepalen of ze drager zijn. Doris heeft geen SCA, ze denkt dat ze drager is. Leg uit hoe de stamboom laat zien dat het gen voor SCA niet geslachtsgebonden is. In de stamboom wordt Doris getoond als IV6.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De personen III-2, III-3 en IV-1 hebben een ziekte.
Is uit de stamboom af te leiden of het allel voor de ziekte autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee zwarte ruigharige cavia's paren verscheidene keren met elkaar. Onder hun nakomelingen bevinden zich een wit ruigharig dier en een wit gladharig dier.

Wat zal theoretisch de verhouding zijn tussen witte ruigharige en witte gladharige dieren van deze nakomelingenschap?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij een konijnenras wordt de vachtkleur bepaald door multipele allelen met de volgende dominantievolgorde:
    C (agouti) > cch (chinchilla) > ch (Himalaya) > c (albino)
Een fokker voert een kruising uit tussen een fenotypische agouti-rammelaar en een Himalaya-voedster. Dat levert 50% agouti- en 50% himalaya-konijntjes op. Welke van de volgende kruisingen kan dit resultaat opleveren?
A
Ccch  x  cchcch
B
Cc  x  chc
C
Cch  x  chc
D
CC  x  chc

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een X chromosomaal gen regelt de vachtkleur bij katten. Een rood gekleurde vacht wordt bepaald door het allel G en een zwart gekleurde vacht wordt bepaald door het allel g. Sommige poezen hebben rode en zwarte vachtvlekken. Dit wordt een schildpad vacht genoemd. Mannetjeskatten kunnen geen schildpad vacht hebben. Een mannelijke kat met het genotype Xg Y paart met een vrouwtje die een schildpad vacht heeft. Wat zijn de genotypen en fenotypen van de nakomelingen van deze kruising?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klaar, je mag afsluiten en inleveren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies