De student omschrijft wat hormonen zijn.
De student legt de werking uit van de hormonen, waarin een koppeling wordt gemaakt met de werking van het zenuwstelsel.
De student benoemt de belangrijkste hormoonklieren in het lichaam met de bijbehorende hormonen.
De student beschrijft de werking van de belangrijkste hormonen met behulp van anatomie en fysiologie.
De student verklaart aan de hand van een voorbeeld de stappen van de hormonale regelkring en de negatieve terugkoppeling.