In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
mens en milieu
Slide 1 - Tekstslide
Je bedenkt drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu. 1 Het milieu levert voedsel. 2 Het milieu levert water. 3 Het milieu levert zuurstof. Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
alleen bij 1 en 2
B
alleen bij 1 en 3
C
alleen bij 2 en 3
D
bij 1,2 en 3
Slide 2 - Quizvraag
Wat is uitputting?
A
dat is als je veel hebt gerend en je moe bent
B
dat is als de mens te veel stoffen uit het milieu onttrekt
Slide 3 - Quizvraag
Debby zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu. Jack zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie
A
alleen Debby heeft gelijk
B
Debby en Jack hebben geen gelijk
C
alleen Jack heeft gelijk
D
Debby en Jack hebben beiden gelijk
Slide 4 - Quizvraag
Britse onderzoekers hebben via genetische modificatie een lichtgevend eiwit van een kwal in een tabaksplant ingebracht. De methode die de onderzoekers hebben gebruikt heet veredeling.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Door bemesting met kunstmest komt meer zuurstof beschikbaar voor plantenwortels.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Acht mestkalveren zijn via IFV ontstaan uit acht eicellen van een koe en acht spermacellen van een stier. Alle kalveren hebben het zelfde genotype.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
In tropische gebieden vindt ontbossing plaats, waardoor er meer ruimte is voor de landbouw.
Heeft ontbossing invloed op de biodiversiteit? Zo ja, neemt de biodiversiteit door ontbossing toe of af?
A
Ontbossing heeft geen invloed op de biodiversiteit.
B
Door ontbossing neemt de biodiversiteit toe.
C
Door ontbossing neemt de biodiversiteit af.
Slide 8 - Quizvraag
Bepaalde vlinders worden bestreden door middel van het inzetten van sluipwespen. Hoe noem je deze vorm van bestrijding.
A
chemische bestrijding
B
resistente bestrijding
C
biologische bestrijding
Slide 9 - Quizvraag
Er leeft op veel plaatsen op de wereld een muggensoort die het westnijlvirus met zich meedraagt. Een tijd geleden werd een bestrijdingsmiddel ontwikkeld dat bijzonder giftig is voor muggen. De eerste jaren werkte dit middel heel goed maar na vijf jaar nam het aantal muggen met het westnijlvirus weer toe. Wat is de meest logische verklaring hiervoor?
A
De resistente muggen overleefden en kregen resistente nakomelingen
B
Muggen van dezelfde muggensoort uit andere gebieden zijn naar de besproeide regio gekomen.
C
Er werd een steeds lagere dosis bestrijdingsmiddel gespoten
Slide 10 - Quizvraag
Sleep de juiste tekst naar de juiste afbeelding
Bio-industrie
Biologische veeteelt
Dieren hebben weinig afleiding
Dieren hebben veel ruimte
Slide 11 - Sleepvraag
Waar is sprake van een duurzame voedselproductie?
A
Alleen in de biologische veeteelt
B
Alleen in de bio-industrie
C
Bij geen van beide
D
Zowel in de biologische veeteelt als in de bio-industrie
Slide 12 - Quizvraag
Worden bij biologische bestrijding biociden gebruikt?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
DDT is een bestrijdingsmiddel dat vroeger gebruikt werd om plagen van verschillende soorten insecten te bestrijden. Is DDT een selectief of niet-selectief bestrijdingsmiddel? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
wat is accumulatie
Slide 15 - Woordweb
welke dieren hebben de meeste pesticiden in hub vetweefsel