Herhaling Nederlandse Opstand (par 2-4)
1 / 29
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Katholieke kerk
Protestantse kerk
Maarten Luther
Slide 9 - Sleepvraag
Protestants
Katholiek
Calvijn
Hervorming / Reformatie
Karel V
Versiering in de kerk
Luther
Filips II
Slide 10 - Sleepvraag
Luther
Calvijn
Vorst gehoorzamen
Vorst afzetten
Slide 11 - Sleepvraag
Calvijn
Maarten Luther
Karel V
Alva
Willem van Oranje
Filips II
Slide 12 - Sleepvraag
Wie volgde Karel V op?
A
Willem van Oranje
B
Margaretha van Parma
C
De Hertog van Alva
D
Filips II
Slide 13 - Quizvraag
Uit hoeveel gewesten bestond De Nederlanden?
A
7
B
17
C
12
D
23
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij Karel V?
A
Hij was streng katholiek.
B
Hij voerde een centraal bestuur in de Nederlanden in.
C
Hij heerste over een groot rijk.
D
Hij was stadhouder.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom zijn de Nederlandse gewesten niet blij met de Centralisatie?
A
Ze raken hun macht kwijt aan Karel V
B
Ze moeten teveel mee vergaderen.
C
Ze moeten verhuizen
D
Ze raken manschappen kwijt aan Karel V
Slide 16 - Quizvraag
Vervang(st)er van de landsheer, verantwoordelijk voor alle gewesten in de Nederlanden
Vervanger van de landsheer in het gewest.
Bijeenkomst van de afgevaardigden van de geestelijkheid, adel en steden in een gewest
De afgevaardigden van alle gewestelijke staten bij elkaar
Heerser over een gebied dat geen koninkrijk is.
Beschrijving:
Begrip:
Plaats het juiste begrip op de goede plaats.
Landsheer
Staten-Generaal
Landvoogd
Gewestelijke staten
Stadhouder
Slide 17 - Sleepvraag
Zet in chronologische volgorde:
1
2
3
4
Alva komt naar de Nederlanden
De Beeldenstorm
Karel V treedt af
Hagenpreken
Slide 18 - Sleepvraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.
1. Edelen vragen om minder vervolging van de protestanten
2. Willem van Oranje vlucht
3. Alva wordt de nieuwe landvoogd
4. Alva wil beeldenstormers en edelen bestraffen
5. Willem van Oranje valt de legers van Alva aan
6. Meer hagenpreken
7. Filips II is woedend
8. Beeldenstorm
9. Filips II stuurt Alva met een leger naar de Nederlanden
Slide 19 - Sleepvraag
Stadhouder Willem van Oranje
Beeldenstorm
Alva, de ijzeren hertog
Hagepreek
smeekschrift
Fillips II
Slide 20 - Sleepvraag
Sleep de juiste woorden naar de bron.
Inname Den Briel
1572
Spaanse overwinning
Watergeuzen
Komst van Alva
1568
Slide 21 - Sleepvraag
Waarom voerde Alva de Tiende Penning in?
A
om zijn leger te kunnen betalen
B
om de staatskas te vullen
C
om de ketters te vervolgen
D
om te kerken te restaureren
Slide 22 - Quizvraag
Hoe worden de protestante opstandelingen genoemd die op en vanaf zee vechten?
A
Raad van beroerten
B
Tiende penning
C
Bloedraad
D
Watergeuzen
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heet de extra belasting die Alva invoerde in de Nederlanden?
A
Legerbelasting
B
De Vijfde Penning
C
Inkomstenbelasting
D
De Tiende Penning
Slide 24 - Quizvraag
Klik op de afbeelding om in te zoomen.
In de afbeelding zie je het origineel van het Smeekschrift der Edelen dat door ongeveer 200 (lage) Nederlandse edelen op 5 april 1566 werd aangeboden aan Margaretha van Parma.
Het doel van dit Smeekschrift is...
A
de Beeldenstorm stoppen
B
het verhinderen van de moord op Willem van Oranje
C
het minder hard straffen van ketters door de katholieke rechtbank (inquisitie)
D
de Tiende Penning van Alva afschaffen.
Slide 25 - Quizvraag
Directe aanleiding voor de komst van Alva naar de Nederlanden was
A
Het Smeekschrift
B
De tiende penning
C
De ketterij
D
De beeldenstorm
Slide 26 - Quizvraag
De religieuze oorzaak voor het uitbreken van de opstand
A
kettervervolgingen
B
invoering tiende penning
C
centralisatiepolitiek
D
misoogsten
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noem je het verzoek van de edelen aan de landvoogdes om de vervolging van ketters te matigen?
A
Smeekschrift
B
Hagenpreek
C
Pacificatie van Gent
D
Tiende penning
Slide 28 - Quizvraag
De Tiende Penning is de meest gehate belasting die door Alva is ingevoerd in de Nederlanden, omdat hierdoor alles tien procent duurder werd.
A
Juist
B
Onjuist
