Les 2: Positieve gezondheid

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 2: Positieve Gezondheid
Lesweek 3


1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 2: Positieve Gezondheid
Lesweek 3


Slide 1 - Tekstslide

Deel 1 - Zelfzorg
Module 1 Randvoorwaarden bij persoonlijke basiszorg
1 Welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Positieve gezondheid en welbevinden
  • Zelfredzaamheid en zelfzorg
  • Zelfstandig en zelfredzaam
  • Autonomie en regie over het eigen leven


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les..

  • Kan je uitleggen wat gezondheid betekent.
  • Kan je uitleggen wat welbevinden betekent.
  • Kan je uitleggen wat het verschil is tussen zelfstandigheid, zelfredzaamheid en zelfmanagement.
  • Kan je verschillende vormen van zelfredzaamheid benoemen.






Slide 4 - Tekstslide

Welk onderwerp hebben we vorige week behandeld?

Slide 5 - Woordweb

Inleiding
Gezondheid en het welbevinden van de cliënt

  • Observeren en signaleren van gedrag en gezondheid
  • Ondersteuningsplan           specifieke aandachtspunten
  • Geeft de cliënt altijd zelf aan?
  • Oorzaken gedragsveranderingen



Slide 6 - Tekstslide

Wat is positieve gezondheid?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Gezondheid

Slide 9 - Tekstslide

Wat is welbevinden?

Slide 10 - Woordweb

Welbevinden
''Welbevinden is de mate waarin iemand zich tevreden voelt over zijn leven.''
Gezondheid is niet alleen gebaseerd op feiten:

Objectief symptoom
Ziekteklacht die voor een ander waarneembaar is en soms ook meetbaar is.
Subjectief symptoom
Ziekteklacht die niet voor een ander waarneembaar is. Het gaat om wat iemand voelt.
Eigen beleving

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdpijn
A
Objectieve symptomen
B
Subjectieve symptomen

Slide 12 - Quizvraag

Hoge bloeddruk...
A
Objectieve symptomen
B
Subjectieve symptomen

Slide 13 - Quizvraag

Wond...
A
Objectieve symptomen
B
Subjectieve symptomen

Slide 14 - Quizvraag

Subjectief symptoom...
A
Ziekteklacht die voor een ander waarneembaar is en soms ook meetbaar is.
B
Ziekteklacht die niet voor een ander waarneembaar is. Het gaat om wat iemand voelt.

Slide 15 - Quizvraag

Zelfredzaamheid en zelfzorg
''Als persoonlijk begeleider zorg je ervoor dat je 
cliënt zoveel mogelijk zelf de regie kan voeren 
over zijn persoonlijke verzorging.''


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn nog meer voorbeelden van persoonlijke verzorging?

Slide 18 - Woordweb

Hoe kan je zelfstandigheid bij cliënten bevorderen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Je gaat vertellen wanneer jij je het meest onafhankelijk hebt gevoeld en wanneer niet. Je staat stil bij de gevoelens die jij op dat moment had.

Hoe: Je gaat nadenken over de momenten. Vervolgens maak je dit bespreekbaar in een tweetal.
Tijd: 15 minuten
Resultaat: Je kunt uitleggen was zelfstandigheid voor jouw betekent.
Klaar: We wachten op onze medestudenten en vertellen ons verhaal in de groep.



timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig of zelfredzaam?
Zelfstandigheid
Het op eigen benen staan, niet in dienst of afhankelijk zijn van een ander, in daden of optreden uit eigen krachten en initiatief handelen, geen hulp zoeken of nodig hebben, niet steunen op of zich richten naar anderen. Mate waarin iemand zonder hulp taken en opdrachten kan uitvoeren.

Zelfredzaamheid
Vermogen van een individu om zelfzorgactiviteiten uit te voeren zonder de hulp van anderen.

Slide 22 - Tekstslide

Niveaus van zelfredzaamheid
 1. ADL-activiteiten
Dagelijkse handelingen; lichaamsgebonden zorg

2. Sociale zelfredzaamheid: of iemand zich kan redden in sociale situaties.
Luisteren; nee kunnen zeggen; contact

3. Maatschappelijke zelfredzaamheid: of iemand zich kan redden in de samenleving.
Deelnemen aan het verkeer; omgaan met geld; brandweer inschakelen


Slide 23 - Tekstslide

Met zelfstandigheid gaat het om
A
Vermogen van een individu om zelfzorgactiviteiten uit te voeren zonder de hulp van anderen
B
Het op eigen benen staan, niet steunen op of zich richten naar anderen

Slide 24 - Quizvraag

Vormen van zelfredzaamheid
Je kunt de volgende vormen van zelfredzaamheid bij cliënten onderscheiden:
  • Cliënten met een normale zelfredzaamheid;
  • Kinderen en jongeren met een achterstand in de zelfredzaamheid;
  • Cliënten bij wie sprake is van een steeds verdergaande teruggang in de zelfredzaamheid;
  • Cliënten met een tijdelijk onvolledige zelfredzaamheid;
  • Cliënten met een geheel of gedeeltelijk ontbrekende zelfredzaamheid.




Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Je gaat zelfstandig de vormen van zelfredzaamheid lezen op Thieme >> Zelfzorg >> Module 1 Randvoorwaarden bij ondersteunen van zelfzorg 1 >> Welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie van de cliënt >> 1.3.1 Vormen van zelfredzaamheid.
Tijd: 10 minuten.
Resultaat: Je hebt kennis opgedaan over de vormen van zelfredzaamheid.
Klaar: We bespreken de vormen klassikaal.

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Nog even een aantal begrippen...
Als (persoonlijk) begeleider streef je naar een zo groot mogelijke zelfredzaamheid van de cliënt. Iemand die onafhankelijk is en zelf beslissingen neemt, is autonoom. 
Autonomie: Recht om zelf te bepalen wat je doet.

De term regie over eigen leven wordt veel gebruikt in de zorg. Het is het streven naar een zekere autonomie van cliënten. 
Regie over eigen leven: Eigen keuzes kunnen en willen maken.

Verschil? Autonomie verwijst naar een bepaalde mate van zelfstandigheid die voor veel cliënten niet haalbaar is. Bij regie over eigen leven kijk je naar wat wél haalbaar is voor cliënten. 

Slide 27 - Tekstslide

Een hoop begrippen vandaag, hoe zat het ook al weer?
- Positieve gezondheid                                    - Zelfredzaamheid
- Welbevinden                                                 - Autonomie
- Objectieve symptomen                                 - Regie over eigen leven
- Subjectieve symptomen
- Empowerment
- Zelfzorg
- Persoonlijke verzorging
- Zelfstandig


Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
Starten in de les


Huiswerk

Slide 29 - Tekstslide

Deel 2 - Methodiek en gedragsbevordering
Module 1 Brede kijk op gezondheid
1 Gezondheid en gezondheidstrends

Slide 30 - Tekstslide

Ben jij al gekoppeld aan de groep in Thieme?

Slide 31 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoelen
  • Terugblikken gezondheid
  • Model van Lalonde
  • Organisatie van de gezondheid
  • Belangrijkste doelgroepen
  • Welbevinding en gezondheidstrends
  • Rol van de persoonlijke begeleider
  • Opdracht

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les..

  • Kan je uitleggen hoe vanuit de gezondheidstrend Positieve Gezondheid wordt gekeken naar gezondheid.
  • Kan je samenvatten wat de rol van de (persoonlijk) begeleider is in het bevorderen van gezondheid en welbevinden.
  • Kan je toelichten hoe je binnen Positieve Gezondheid aandacht besteedt aan welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie







Slide 33 - Tekstslide

Gezondheid ?

Slide 34 - Woordweb

Hoe zat het ook al weer met de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)?
Gezondheid: 'Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn' 

  • Afspraken gemaakt om mensen zo lang mogelijk gezond te laten blijven
  • Ottawa-handvest voor gezondheidsbevordering

''Te veel gericht op                       en minder op                         .''
cure
het genezen van een aandoening
care
het zorgen voor de gevolgen van een aandoening

Slide 35 - Tekstslide

aangeboren en niet-aangeboren aandoeningen, zoals astma en allergieën
Gedragsfactoren
(on)gezonde gewoonten zoals roken en alcoholgebruik
toegankelijkheid en aanbod van voorzieningen, zoals ziekenhuizen, huisartsenpraktijk en medicijnen
zoals luchtvervuiling en geluidshinder en sociale omgeving, zoals sociale contacten, (on)veilig voelen, werkeloosheid
factoren die van invloed zijn op de

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Organisatie van de gezondheidszorg
''De gezondheidszorg is het geheel aan activiteiten dat gericht is op de verbetering van de gezondheid van mensen.''

Om te kunnen werken aan gezondheid is het belangrijk dat de gezondheidszorg goed geregeld is. 
-> Primary Health Care (PHC)

  • Zorg die aansluit bij de zorgbehoeften van cliënten en die toegankelijk is: betaalbaar, op redelijke afstand van waar iemand woont en zonder uitgebreide administratieve rompslomp;
  • Zorg die aansluit bij de leefwereld van mensen en niet uitgaat van wat de professionals denken dat goed voor iemand is: wat de cliënt nodig heeft om zich gezond te voelen;
  • Zorg die proactief is: je wacht niet af tot iemand naar je toekomt, maar zoekt de cliënt actief op, dit heet 'outreachend werken' (bijvoorbeeld zorg voor daklozen);
  • Zorg in samenwerking met intermediairs, bijvoorbeeld de conciërge van school, de wijkagent en de groepswerker in de wijk.



Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Wist je dat?
  • Het gemiddelde IQ in Nederland is 100. 
  • Iemand met een score van 130 of hoger geldt als hoogbegaafd. Dit geldt voor ongeveer 2,5 procent van de Nederlanders. 
  • Circa 68 procent heeft een IQ tussen de 85 en 115.

Slide 40 - Tekstslide

Soorten gezondheid en sociaal welbevinden

  • Lichamelijke gezondheid
  • Psychische gezondheid
  • Sociaal welbevinden

van invloed

Slide 41 - Tekstslide

Lichamelijk gezond zijn betekent dat je geen lichamelijke beperkingen ervaart om te doen wat je belangrijk vindt.

- Positief beïnvloeden door je gedrag en je leefstijl
Als cliënten zich psychisch gezond voelen, zijn ze over het algemeen tevreden. Ze kunnen genieten, denken positief, kunnen omgaan met tegenslagen en zijn tevreden met hun sociale relaties.

- ongezond?
Het sociaal welbevinden heeft te maken met hoe je denkt over jouw plaats in de samenleving. Ben je tevreden met of zonder ...

- Het is maar net wat je kiest en wat bij je past.
Psychosomatische klachten?
Lichamelijke klacht met een psychische oorzaak.

Slide 42 - Tekstslide

Vroeger stond ziekte centraal, nu gezondheid
Vroeger: Ging je ervan uit dat jij wist wat het best was voor de cliënt > vanuit die gedachte verleende je zorg en ondersteuning > daarmee haalde je de verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid bij de cliënt weg.
Nu: Ga je ervan uit dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun gezondheid > dit betekent dat je de cliënt ondersteunt bij het voor zijn eigen gezondheid zorgen > je kijkt wat cliënten zelf kunnen en waar ze verantwoordelijkheid kunnen nemen.

Slide 43 - Tekstslide

Bij de behandeling kijk je naar alle pijnfactoren volgens het bio-psychosociaal model

Slide 44 - Tekstslide

je gezond voelen, fitheid, klachten en pijn, slapen, eten, conditie, bewegen
onthouden, concentreren, communiceren, vrolijk zijn, jezelf accepteren, omgaan met verandering, gevoel van controle
zinvol leven, levenslust, idealen willen bereiken, vertrouwen hebben, accepteren, dankbaarheid, blijven leren
genieten, gelukkig zijn, lekker in je vel zitten, balans, je veilig voelen, prettig wonen, rondkomen met je geld
sociale contacten, serieus genomen worden, samen leuke dingen doen, steun van anderen, erbij horen, zinvolle dingen doen, interesse in de maatschappij
zorgen voor jezelf, je grenzen kennen, kennis van gezondheid, omgaan met tijd, omgaan met geld, kunnen werken, hulp kunnen vragen

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Opdracht
Wat: Doe de positieve gezondheidsscan via https://mijnpositievegezondheid.nl/ (zie volgende dia)
Hoe: Klassikaal
Tijd: 15 minuten
Resultaat: Je hebt inzicht in jouw eigen positieve gezondheid
Klaar: Schrijf voor jezelf eens op: ''Wat zou jij in je leven graag anders willen, zodat je (nog) beter in je vel zit.'' 


timer
15:00

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Planner
Kijk in je planner op CT om te kijken welke thema's in Thieme je moet lezen en maken!

Slide 49 - Tekstslide