Nederland een multiculturele samenleving

Leg in je eigen woorden het begrip identiteit uit
1 / 36
volgende
Slide 1: Open vraag
InternationaalMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leg in je eigen woorden het begrip identiteit uit

Slide 1 - Open vraag

Identiteit 
Identiteit: Het geheel van eigenschappen dat jou tot een uniek persoon maakt. (combinatie aangeboren, aangeleerd)




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Sociale identiteit
gaat om de relaties die jou ook maken tot wie je bent en je gedrag in groepen waar je bijhoudt.

Slide 4 - Tekstslide

Burgerschap cultuur en identiteit: 
Nederland: een multiculturele samenleving  

Slide 5 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 6 - Tekstslide

Actualiteit
Meer vrouwen op tv, maar mannen nog altijd in de meerderheid
https://nos.nl/artikel/2405785-meer-vrouwen-op-tv-maar-mannen-nog-altijd-in-de-meerderheid

Slide 7 - Tekstslide

Vereisten 

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerpen:
(Sociale) Identiteit 
Etniciteit
Subculturen
Multiculturele samenleving
Migratie



Slide 9 - Tekstslide

Sluit je ogen.
vraag 1 : Mijn ogen hebben een bruine kleur.
JA
NEE

Slide 10 - Poll

Sluit je ogen.
Vraag 2: Ik kan heel goed zwemmen
JA
NEE

Slide 11 - Poll

De Nederlandse identiteit

Slide 12 - Woordweb

Etniciteit
Etnisch: mensen die tot een bepaalde bevolkingsgroep behoren. 

Ethnikos: Latijn voor ''behorend tot een volk''.  

Etnische groep: groep mensen die nationaliteit, religie, taal,  geschiedenis en cultuur delen. 

Slide 13 - Tekstslide

Bestaat er één Nederlandse identiteit?

Slide 14 - Open vraag

Plaats een foto uit jouw cultuur
timer
3:00

Slide 15 - Open vraag

Noem een overeenkomst van onze samenleving met onderstaande drankjes .

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bespreek in groepjes van 2, welke bevolkingsgroepen van buitenlandse afkomst zijn het meest vertegenwoordigd in Nederland, denk je? (maak een top 5)

Slide 18 - Open vraag

Noem 3 motieven om naar een ander land te verhuizen

Slide 19 - Open vraag

Motieven voor migratie:
Politieke en religieuze motieven: als je in een dictatuur woont en je staatsvijand bent. 
Of er dreigt direct gevaar door oorlog en geweld. (geen vrijheid/gelijkheid) 

Economische motieven: Op zoek naar werk of studie, hoop op een betere toekomst. 

Sociale en Persoonlijke motieven: Gezinshereniging en gezinsvorming. 

Slide 20 - Tekstslide

Toen de Duitse Fred klaar was met zijn middelbare school ging hij studeren in Leiden aan de universiteit.
A
1. Economische redenen
B
2. Politieke redenen
C
3. Sociale redenen

Slide 21 - Quizvraag

Berend is naar Frankrijk verhuisd om de taal beter te leren kennen.
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Sociale redenen

Slide 22 - Quizvraag

De Bosnische Faton vluchtte in 1994 naar Nederland.
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Sociale redenen

Slide 23 - Quizvraag

Nadat Atur een verblijfsvergunning had gekregen verhuisde zijn vrouw Haja met hun 4 kinderen van Iraq naar Nederland.
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Sociale redenen

Slide 24 - Quizvraag

Toen de journalist Mike naar de gevangenis moest omdat hij kritisch schreef over zijn president vluchtte hij naar Nederland.
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Sociale redenen

Slide 25 - Quizvraag


6 jaar geleden trouwde Eric uit de Verenigde Staten met Lisa uit Haarlem. Eric vond werk als postbode en ze besloten in Haarlem te gaan wonen
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Sociale redenen

Slide 26 - Quizvraag

Migranten na de tweede wereld oorlog

Migratie uit vroegere Kolonies
Gastarbeiders
Europese arbeidersmigranten

Slide 27 - Tekstslide

Multiculturele samenleving

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Video

Politiek
Nieuwkomers moeten zich volledig aanpassen aan de Nederlandse identiteit 
Mensen moeten gelijke kansen hebben op sociale, economische en politiek posities met behoud van hun eigen culturele identiteit. 
Verschillende meningen 

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
Learnbeat
Hoofdstuk 3
3.4 Wat is cultuur
3.5 De Nederlandse samenleving

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

CHECK

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video