ORG-T oefenvragen

ORG- Theorie
Kennis over de verschillende organisatievormen .
Verschil wedstrijd- en niet wedstrijdgerichte vormen.
Een wedstrijdschema kunnen maken en aanpassen.
Een uitslagenschema kunnen maken en aanpassen.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CIOSMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ORG- Theorie
Kennis over de verschillende organisatievormen .
Verschil wedstrijd- en niet wedstrijdgerichte vormen.
Een wedstrijdschema kunnen maken en aanpassen.
Een uitslagenschema kunnen maken en aanpassen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Organisatievormen:
Welke organisatievorm zag je in de afbeelding?
A
Klok opschuifsysteem
B
Spinnewebloop
C
Zweeds loopspel
D
Levend ganzebord

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Het waslijnsysteem is vergelijkbaar met het.....
A
Klokopschuifsysteem
B
Pyramidesysteem
C
Zweeds loopspel
D
Laddersysteem

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Het schoorsteensysteem is een combinatie van deze 2 systemen:
A
Klokopschuifsysteem & Spinnewebloop
B
Pyramidesysteem & Waslijnsysteem
C
Zweeds loopspel & Pyramidesysteem
D
Laddersysteem & Pyramidesysteem

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Een uitdaagsysteem , zoals de waslijn, is een
A
wedstrijdgerichte organisatievorm
B
niet-wedstrijdgerichte organisatievorm

Slide 9 - Quizvraag

Noem 1
niet-wedstrijdgerichte
organisatievorm

Slide 10 - Woordweb

Goede antwoorden:

Geen vaste volgorde
Instuif
Spelenkermis

Vaste volgorde
Klok opschuifsysteem
Levend ganzebord
Zweeds loopspel
Spinnewebloop

Slide 11 - Tekstslide

Bij welk wedstrijdgerichte systeem is het moeilijker om als winnaar te eindigen?
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Afvalsysteem
Wordt vaak gebruikt bij toernooien.
Een enkel afvalsysteem kan ook gespeeld worden met een zgn. verliezersronde (lees : wedstrijd onder verliezers).

Slide 13 - Tekstslide

Afvalsystemen

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer jij de voorbereiding maakt voor een toernooi maak je vooraf een speelschema.
Je kiest vooraf of je werkt met een hele of halve competitie.

Een halve competitie voor 7 teams kent bijvoorbeeld 21 wedstrijden.
Na 24 wedstrijden hebben alle teams 1x tegen elkaar gespeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Met welke formule bereken
je het aantal wedstrijden dat moet worden gespeeld?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld in een hele competitie wanneer er 6 teams mee doen?
A
42
B
35
C
36
D
30

Slide 18 - Quizvraag

Uitwerkingsopdracht
1.  Algemene gegevens
2. Wedstrijdschema maken (ruimte, tijd, deelnemers)
3. Uitslagenschema maken (& invullen, winnaar bepalen)

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerkingsopdracht
1.  Algemene gegevens

Jij gaat zaterdag een basketbaltoernooi organiseren.
Je maakt een schema voor 6 deelnemende teams: A, B, C, D, E, F.
Er is maar 1 veld beschikbaar van 9: 00 uur tot 14:00 uur.
Er is een pauze van 12:00 uur tot 12:30 uur.
Om 14:30 uur is er een prijsuitreiking.



Slide 20 - Tekstslide

Uitwerkingsopdracht
2. Wedstrijdschema maken (ruimte, tijd, deelnemers)

Maak een speelschema voor deze 6 teams.
Er wordt een halve competitie gespeeld.
In het speelschema moeten start- en eindtijd van iedere wedstrijd ook zichtbaar zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Uitwerkingsopdracht
3. Uitslagenschema maken (& invullen, winnaar bepalen)
Maak het uitslagenschema voor 1 poule, 6 teams.
Schrijf daarna willekeurig 15 eindstanden op je blad.
Vul nu al deze eindstanden in het schema in met de volgende codes:
Winst = 3 (puntenverschil)  Gelijkspel = 1   Verlies = 0 (puntenverschil)

Slide 22 - Tekstslide