Les 6 ZK1C 13/03/24

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken

Welkom bij de Geschiedenisles ZK1C!
Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma deze les:
  1. Verder over Islam         (paragraaf 4.4)
  2. Tussendoor: quizvragen en opdrachten
  3. Nu eerst: herhalen!

 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
  • Standen in de Middeleeuwen
  • ---> Plichten horigen
  • ---> Rechten horigen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Drie standen
timer
3:00
IN STILTE!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

...kun je de begrippen islam, Koran en moslim uitleggen. (R)

...kan je uitleggen hoe de islam ontstond. (T1)

...Kan je het verschil tussen een feit en een mening uitleggen. (T1)




















Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Islam
  1. Geloofsbelijdenis
  2. Bidden
  3. Geven aan de armen
  4. Vasten (Ramadan)
  5. Pelgrimstocht naar Mekka

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een heilige plek in Mekka
De Arabische stammen die in de vroege Middeleeuwen rond Mekka woonden geloofden in meer goden tegelijk. 
Dat deden ze bij de Ka'aba.
Bij de stad Mekka kwamen verschillende handelsroutes bij elkaar. Hierdoor waren er altijd wel handelaren en anderen in de stad. 

Slide 8 - Tekstslide

Het is niet duidelijk hoe dit heiligdom ontstaan is; archeologische opgravingen bij de Kaäba om meer inzicht te krijgen zijn niet mogelijk. Volgens de meeste archeologen was het oorspronkelijk een plaatselijke cultusplaats voor de inheemse stammen die hier van oudsher woonden. Bij Mekka, dat toen een tussenstation was, kwamen verschillende handelswegen samen die vanuit Jemen naar Egypte, Anatolië en Mesopotamië liepen. Langzamerhand groeide het belang van deze plaats en doortrekkende handelaren brachten offergaven aan de plaatselijke goden en godinnen om veiligheid en succes voor hun reis af te smeken. De Koran noemt in de Soera De Ster drie van de godinnen die bij de Kaäba vereerd werden expliciet, namelijk al-Lât, al-Oezzâ en Manât. In de bijbehorende cultus werden zij gezien en vereerd als dochters van de pre-islamitische Allat.
In pre-islamitische tijden waren er in Arabië meer van dergelijke kubusvormige heiligdommen. Heden is in de Grote moskee van Sanaa in Jemen nog een soortgelijke constructie te zien.
Mohammed
Mohammed was een handelaar uit Mekka. Hij had op een nacht een vreemde droom, waarin een engel hem vertelde dat er één god is (Allah). 

Toen hij dat tegen mensen vertelde geloofde niemand hem. Omdat Mohammed door bleef gaan joegen ze hem in 622 de stad uit. 

Met deze gebeurtenis begint de islamitische jaartelling. 

Slide 9 - Tekstslide

Afbeeldingen van God komen in de islamitische traditie niet voor. God is in de islam ook volkomen transcendent en moet zeker niet als mens, zoals soms binnen het christendom, worden voorgesteld.
Hoewel in soennitische kringen een streng verbod wordt geaccepteerd op het afbeelden van de profeet Mohammed, wordt dat verbod door sjiieten meestal verworpen. Dit omdat het niet zou blijken uit verzen uit de Koran. Soms wordt in die traditie Mohammeds gezicht niet afgebeeld. Volgens soennieten is het afbeelden van profeten niet toegestaan, omdat dit zou kunnen leiden tot idolatrie en aanbidding, terwijl juist enkel God vereerd mag worden. In de meest strikte interpretaties geldt dit zelfs voor afbeeldingen van levende wezens in het algemeen.
Tekeningen van mensen, dieren en planten komen bij de decoratie van gebouwen maar beperkt voor. In de vroege islam, in de tijd van de dynastie van de Omajjaden werden nog diverse schilderingen en mozaïeken van mensen, dieren en planten gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het badhuis Quseir Amra en de Grote moskee van Damascus, beide uit het begin van de 8e eeuw.
Het was kalief Yazid II die in 721 verklaarde dat afbeeldingen van mensen verboden waren.
Een nieuwe godsdienst: de islam
Mohammed vluchtte naar de stad Medina. Daar bleef hij vertellen over wat hij had gehoord van de aartsengel. Mensen die hem geloofden noemden zichzelf moslims en hun geloof de islam
De dromen van Mohammed werden opgeschreven in een boek: de Koran
moslim
Volgeling van Mohammed.
islam
Godsdienst van de mensen die de leer van Mohammed volgen.
Koran
Heilig boek voor moslims.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe godsdienst: de islam
Toen de groep moslims groter werd ging Mohammed met ze terug naar Mekka. 
De inwoners van Mekka verdedigden zich tegen Mohammed, maar Mohammed won tot ieders verbazing. Kon er dan toch één god bestaan?
Veel inwoners werden moslim.
moslim
Volgeling van Mohammed.
islam
Godsdienst van de mensen die de leer van Mohammed volgen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke gebeurtenis begint de islamitische jaartelling?
A
Met de geboorte van Jezus Christus.
B
Met de vlucht van Mozes naar de tempelberg.
C
Met de vlucht van Mohammed naar Medina.
D
Met de vlucht van Mohammed naar Mekka.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af:
Voordat mensen islamitisch werden geloofden zij ...
A
Dat er maar één god was, maar dat was niet Allah.
B
Dat er meerdere goden waren, die vereerd werden bij de Ka'aba.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af:
Geloofden de mensen in Mekka de dromen van Mohammed?
A
Ja, iedereen had dezelfde droom gehad.
B
Ja, Mohammed was heel overtuigend over zijn dromen.
C
Nee, hun eigen god was namelijk veel beter dan die van Mohammed.
D
Nee, mensen geloofden dat er meerdere goden waren. Dat kon niet ineens anders zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip?
moslim
A
Een volgeling van Mohammed.
B
Een volgeling van Jezus.
C
Een heilig boek.
D
Een gebouw waar je god kan vereren.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip?
Koran
A
Een volgeling van Mohammed.
B
Een volgeling van Jezus.
C
Een heilig boek.
D
Een gebouw waar je god kan vereren.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip?
islam
A
Godsdienst van mensen die de leer van Mozes volgen.
B
Godsdienst van mensen die de leer van Jezus volgen.
C
Godsdienst van mensen die de leer van Boeddha volgen.
D
Godsdienst van mensen die de leer van Mohammed volgen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Arabische Rijk
De islam kreeg al snel veel aanhangers. Toen Mohammed in 632 stierf, hadden de moslims een groot gebied veroverd. 
Ongeveer honderd jaar later (732) hadden de Arabieren het hele Midden-Oosten en Noord-Afrika veroverd. Ook waren delen van Spanje en Portugal onderdeel van het Arabische Rijk.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron 19 (blz. 96): Na de dood van Mohammed veroverden de moslims steeds meer gebied. Het donkergroene gebied is waar de Arabieren in het jaar 750 de macht hadden. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht  (werkboek blz. 77)
timer
5:00
IN STILTE!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies