Unit 3 1v alles

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide



bad - ........... - ...........
A
badder (than) - (the) baddest
B
worse (than) - (the) worst
C
more bad (than) - (the) most bad
D
more worse (than) - (the) most worst

Slide 5 - Quizvraag

This is ____ film I've ever seen. (terrifying)

Slide 6 - Open vraag

Today is .... yesterday. (hot)

Slide 7 - Open vraag

A snail is .... a turtle. (slow)

Slide 8 - Open vraag

I am .... person in in my family. (clever)

Slide 9 - Open vraag

She is .... her brother. (intelligent)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Which sentence is in the present continuous tense?
A
David never takes a shower in the morning .
B
David took a shower yesterday.
C
David has taken a shower at the moment.
D
David is taking a shower at the moment.

Slide 12 - Quizvraag

Look! That policeman ... him a ticket. (to give)

Slide 13 - Open vraag

My brother ..... his room at the moment. (to clean)

Slide 14 - Open vraag

He ...... them to his birthday party today. (to invite)

Slide 15 - Open vraag

.... they .... to the zoo today?
(to go)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Signaalwoorden van de present simple zijn:
A
at the moment, right now, today, tonight
B
for, since
C
sometimes, often, usually, always, every
D
before, after, until, when

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

to commute
A
opwindend
B
druk; met veel mensen
C
communiceren
D
pendelen

Slide 21 - Quizvraag

to grab a bite
A
eten
B
vlug iets eten
C
overstappen
D
ontspannen

Slide 22 - Quizvraag

verhuizen
A
to move
B
to go
C
skyscraper
D
detached house

Slide 23 - Quizvraag

moskee
A
detached house
B
church
C
mosque
D
building

Slide 24 - Quizvraag

genieten
A
cheerful
B
exciting
C
to imagine
D
to enjoy

Slide 25 - Quizvraag

overstuur

Slide 26 - Open vraag

to attract attention

Slide 27 - Open vraag

dichtbij

Slide 28 - Open vraag

Ik ben altijd blij en vriendelijk.

Slide 29 - Open vraag

Ik hoop dat je een geweldige tijd hebt.

Slide 30 - Open vraag

Zou je dat kunnen herhalen, alsjeblieft?

Slide 31 - Open vraag

Hoe ziet ze eruit?

Slide 32 - Open vraag

Pardon?

Slide 33 - Open vraag

Wat zegt u?

Slide 34 - Open vraag