2K2 lesson 23 maart

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsEnglishMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today 
- Grammar (15 min.)
- Listening (15 min. )

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les kan ik.......
- het verschil tussen what en which benoemen en toepassen

- namen, cijfers en bekende 
woorden verstaan

Slide 3 - Tekstslide

Do you know the difference?

What / which

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Let's practice!

Slide 6 - Tekstslide

... do you want, pizza or a hamburger?
A
Which
B
What
C
Who
D
How

Slide 7 - Quizvraag

... is the biggest country in the world?
A
Which
B
What
C
Who
D
How

Slide 8 - Quizvraag

....... did you get for your birthday?
A
What
B
Which

Slide 9 - Quizvraag

.... book did you read first, Harry Potter or The Hunger Games?
A
What
B
Which

Slide 10 - Quizvraag

... is he working on?
A
What
B
Which

Slide 11 - Quizvraag

...is the answer to that question?
A
What
B
Which

Slide 12 - Quizvraag

....is your favourite ice-cream flavour?
A
What
B
Which

Slide 13 - Quizvraag

Heb je al een idee over hoe je kan weten wanneer je 'what' of 'which' moet gebruiken
A
Yes
B
No
C
Almost

Slide 14 - Quizvraag

I don’t know ..... dress to wear tonight.
A
what
B
which

Slide 15 - Quizvraag

.... of these 4 cars is your favourite?
A
What
B
Which

Slide 16 - Quizvraag

Jack doesn’t know .... he is going to study after school
A
what
B
which

Slide 17 - Quizvraag

My parents said I could choose .... paint I’d like in my bedroom, pink or blue
A
what
B
which

Slide 18 - Quizvraag

There is so much choice here, I don’t know .... to do.
A
what
B
which

Slide 19 - Quizvraag

Give me an answer! Yes, or no, .... is it?
A
what
B
which

Slide 20 - Quizvraag

At ....point did you to decide to emigrate to Canada, before or after you lost your job?
A
what
B
which

Slide 21 - Quizvraag

Heb je nu het idee dat je weet wanneer je 'what'of 'which'moet gebruiken?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

'What' betekend in Nederlands 'wat' of 'welke'
A
True
B
False

Slide 23 - Quizvraag

'Which' betekent 'wat' en 'welke' in het Nederlands.
A
True
B
False

Slide 24 - Quizvraag

'What' gebruik je als het gaat om algemene vragen of over een keuze met onbeperkte opties.
A
True
B
False

Slide 25 - Quizvraag

'What' gebruik je als het gaat om algemene vragen of over een keuze met onbeperkte opties.
A
True
B
False

Slide 26 - Quizvraag

'Which' gebruik je als een vraag gaat over een keuze met maar een paar opties.
A
True
B
False

Slide 27 - Quizvraag

Unit 4.3 Listening
Workbook p. 162 t/m 164
exercise 28 t/m 33a
                                                        
                                            Time: 15 min.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide