Brugklas: Fictie les 1 - Verhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Fictie 1 H/V : les 1 - Verhalen

Notities voor de docent:

Niet alle informatie is opgenomen in de slides. In dit notitieveld staat informatie die je bij deze presentatie kunt vertellen.

Wat gaan we deze les doen? 

Opstarten: 5 min

• 5 min. : Wat gaan we doen tijdens deze les en tijdens het blok Fictie?
  

Klassikaal: 25 min.

• LessonUp over Fictie: Verhalen

Groepsopdracht/oefening: 10 min.

• Je doet met je tafelgroepje een oefening

Afsluiting: 5 min

• Reflectie op het lesdoel en de les

Lesdoel: 

• Aan het einde van deze les heb je geleerd wat voor soort verhalen er zijn.

Wat gaan we doen bij het onderdeel Fictie in de brugklas, 1e kwartaal?

• Je doet mee met de LessonUps en andere klassikale lesonderdelen.
• Je maakt gaat in een groepje onderzoek doen naar sprookjes.
• Je presenteert je onderzoek aan de klas.

Wat voor soort verhalen ken je?

Fictie & Non-fictie

Verzonnen verhalen

Niet-verzonnen teksten

Als ik zelf een boek moet kiezen dan kies ik het liefste:

Fictie

Non-fictie

Realistische fictie & niet-realistische fictie

Het verhaal is verzonnen, maar het had wel echt kunnen zijn.

Het verhaal is verzonnen en er zitten niet-bestaande wezens of dingen in 

of er gebeuren dingen die niet kunnen.

Als ik zelf een leesboek mag kiezen dan
kies ik het liefste:

Realistische fictie

Niet-realistische fictie

Mythen, Legendes en Sprookjes

Zeus

Joris en de draak

Roodkapje

Griekse mythen gaan over (half)goden en mythische wezens. Zoals Zeus, met zijn bliksemschicht.

Legendes lijken op mythen, maar gaan over wonderen verricht door heiligen. Zoals Joris en de Draak.

Van sprookjes weet je vaak niet precies waar het zich afspeelt. Ze zijn vaak in een bepaalde streek ontstaan, maar zijn door de jaren heen steeds aangepast aan het leven van de mensen die het vertellen. Zoals Roodkapje.

Welke Sprookjes, Legendes en Mythen ken jij?

Moraal

Veel van die oude verhalen (maar ook nieuwe verhalen) zijn bedoeld om iets van te leren. Er zit een belangrijke boodschap in. Die belangrijk boodschap is de moraal.

Wat is volgens jou de moraal van het sprookje Roodkapje?

Doorgeven

Van heel sprookjes, legendes en mythen hebben we verschillende versies. Dat komt omdat mensen vroeger vaak niet konden schrijven en daarom de verhalen aan elkaar doorvertelden of erover zongen.

Doorgeefopdracht

Wat doe je?

• Bepaal in je tafelgroepje wie het beste een verhaal kan verzinnen
• Bepaal een volgorde waarin je dat verhaal gaat doorgeven
• De verteller fluistert het verhaal in de oor van zijn of haar buurman of buurvrouw.
• Jullie geven het verhaal fluisterend door aan je buurmens tot de laatste verteller aan de beurt is
• De laatste verteller vertelt zijn of haar verhaal hardop aan de groep.

Wat bespreek je?

• Wat is er gelijk gebleven aan het verhaal?
• Wat is er veranderd aan het verhaal?
• Heb je er zelf iets bij verzonnen of heb je iets weggelaten?
• Waarom heb je dat gedaan?

Lesdoel: Ik heb geleerd wat voor soort verhalen er zijn.

Op een schaal van 1 tot 10:
0 = Ik snap er helemaal niets van...
10 = Ik snap het helemaal!

Lesdoel: 

• Aan het einde van de les heb je geleerd welke soorten personages er zijn.

010

Laat met een emoji weten
wat je van deze les vond:

😒🙁😐🙂😃