3.4 Stambomen

3.4 Stambomen
Open je boekje op pagina 186 en pak vast iets om aantekeningen op te maken


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 Stambomen
Open je boekje op pagina 186 en pak vast iets om aantekeningen op te maken


Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg stambomen
Maken opdrachten
Bespreken opdracht(en)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uit een gegeven stamboom afleiden welke genotypen de ouders en/of nakomelingen hebben, welk allel dominant is en welk allel recessief is

Slide 3 - Tekstslide

Stambomen
In de afbeelding zie je
een stamboom van een
gezin

In de linkse afbeelding zie je dit door foto's van het gezin en in de rechtste afbeelding zie je symbolen. 

Slide 4 - Tekstslide

Stambomen
Die symbolen en hun kleur zeggen iets over geslacht
en over de erfelijke eigenschap die een persoon heeft

In stambomen met symbolen worden vrouwen 
aangegeven met een rondje en mannen met een vierkantje

Slide 5 - Tekstslide

Stambomen
Daarnaast gaat het in deze stamboom over
de eigenschap haarkleur, wat wordt aangegeven met
de kleuren blauw en geel

Lees voor deze eigenschappen de legenda goed door!

Slide 6 - Tekstslide

Stambomen
In deze stamboom zie je dat beide ouders 
en 2 van hun 3 kinderen zwart haar hebben

1 kind heeft blond haar

Met de informatie van deze stamboom 
kan je de genotypen voor haarkleur 
van het hele gezin bepalen


Slide 7 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Ook bij het bepalen van het genotypen in stambomen doorloop je een aantal stappen - Schrijf hierbij weer mee!

Stap 1 - Kijk welk fenotype iedereen uit de stamboom heeft

Slide 8 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 1 - Kijk welk fenotype iedereen uit de stamboom heeft

Moeder - zwart haar
Vader- zwart haar
Zoon - zwart haar
Dochter 1 - zwart haar
Dochter 2 - blond haar

Slide 9 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 2 - Wat is het genotype van het kind met een ander fenotype dan vader en moeder?

Beide ouders hebben zwart haar, 1 kind heeft blond haar

Een fenotype dat afwijkt van dat van beide ouders, kan alleen ontstaat als beide ouders heterozygoot zijn! (bijvoorbeeld Aa)

Slide 10 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Als beide ouders heterozygoot zijn.. 
moet het kind met een andere haarkleur van haar beide ouders het recessieve allel hebben gekregen en weet je dat dit kind homozygoot recessief is en het genotype dus aa is

Slide 11 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 3 - Schrijf bij de stamboom wat je nu weet over het genotype van de andere gezinsleden

De gezinsleden met zwart haar hebben in ieder geval
1 dominant allel (A)

Slide 12 - Tekstslide

Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 4 - vul de genotypen zo veel mogelijk aan

Je weet dat ouders heterozygoot (Aa) zijn, anders zouden ze geen blondharig kind kunnen krijgen (aa)

Je weet nu dus ook dat de kinderen met zwart haar
zowel homozygoot dominant als heterozygoot kunnen zijn
(AA of Aa)

Slide 13 - Tekstslide

Maken opdrachten p. 187 
Maak opdracht 1, 2, 4 en 6

Klaar? ga vast aan de slag met de extra opdrachten over stambomen achter in je boekje, maak hierbij opdracht 1 tm 3, dit is huiswerk

Slide 14 - Tekstslide

Samen bespreken opdracht 4 

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide