Herhaling 3.1 -3.2 - 3.3

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Vandaag
  1. Terugblik
  2. Verwerken van herhaling
  3. Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

3.1 de economie van de stad
a. Welke ontwikkeling heeft de stad doorgemaakt van 1975 tot heden? denk hierbij aan:
1. type economie
2. soort bedrijven
3. beleid van steden
4. het opleidingsniveau

Slide 4 - Tekstslide

Wat is je antwoord?

Slide 5 - Open vraag

Antwoord
1 type economie: in 1975 een industriële economie en nu een kenniseconomie; 

2 soort bedrijven: in 1975 veel industriële bedrijven en nu veel zakelijke dienstverlening en creatieve beroepen; 

3 beleid: steden legden scienceparken aan en broedplaatsen; 

4 opleidingsniveau: 1975 lager dan nu

Slide 6 - Tekstslide

b. Wat zijn de oorzaken voor de ontwikkeling van de stad van industrieel centrum naar centrum van zakelijke dienstverlening?


c. Welke gevolgen zal de ontwikkeling naar een kenniseconomie hebben voor de samenstelling van de stadbevolking in de toekomst?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de antwoorden?

Slide 8 - Open vraag

Antwoorden
b. De industrie vertrok na 1975 eerst naar buiten de stad en daarna naar lagelonenlanden. Daardoor
ontstond ruimte in de stad voor bedrijven in de zakelijke dienstverlening en de creatieve sector.

c. In de kenniseconomie ontstaat een duale arbeidsmarkt. Er is weinig goedbetaald werk voor
laagopgeleide mensen, en wel veel voor hoogopgeleide mensen. Als het wonen in de stad te duur
.
wordt, zullen de laagopgeleide mensen verhuizen.

Slide 9 - Tekstslide

Oké nu alleen
Blz. 55

3.2 stad van de toekomst
Maken a - b - c

Slide 10 - Tekstslide

antwoorden 
a Bevolkingsgroei in de grote steden, bevolkingskrimp aan de randen van Nederland.
  
b Maastricht – negatief: leegstand in woningen en winkels, te weinig vraag om voorzieningen in stand te houden, faillissementen; positief: meer ruimte en rust. Haarlem – positief: grote variëteit aan voorzieningen, veel mogelijkheden om winst te maken; negatief: veel vervuiling (van verkeer, afval,CO2), veel concurrentie.

c Duurzame stad: CO2-uitstoot verminderen, afvalstromen verminderen, energie besparen, minder transport van voedsel. Smart city: toegankelijke overheid (open data), meer informatie geeft nieuwe mogelijkheden voor beleid en uitvindingen (big data), beter leven

Slide 11 - Tekstslide