De leven - Joep Beving
1 / 25
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de titel van het liedje?
A
De leven
B
S10
C
Joep Beving
D
muziek
Slide 3 - Quizvraag
Wie speelt piano?
A
meneer De leven
B
S10 (Stien)
C
Joep Beving
D
mevrouw zang
Slide 4 - Quizvraag
Wie zingt?
A
meneer De leven
B
S10 (Stien)
C
Joep Beving
D
mevrouw zang
Slide 5 - Quizvraag
Kijk naar de woorden in jouw schrift. Lees de tekst. Welke fout staat er in de tekst?
Slide 6 - Open vraag
Waarover gaat het liedje?
A
Soms is het leven leuk en soms is het moeilijk.
B
Soms eet ik thuis, soms ga ik op restaurant.
C
Soms ben ik op reis, soms ben ik thuis
D
Soms neem ik drugs en schrijf ik rare muziek.
Slide 7 - Quizvraag
In welke deel van het liedje is vindt S10 het leven leuk?
A
in het refrein
B
in de 2de strofe
C
in de 1ste strofe
D
in de 3de strofe
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Naar welke steden reist S10 soms?
Slide 10 - Open vraag
Hoe kan je ook “Snap je?” vragen?
Slide 11 - Open vraag
Welk werkwoord zie je in het woord "gekijk"?
Slide 12 - Open vraag
Waarom vindt S10 "gekijk" niet leuk.
Wat denk jij?
Wat denk jij?
Slide 13 - Woordweb
Wat wil S10 zeggen met dit liedje?
A
Ga veel op restaurant.
B
Geniet van elke dag in je leven.
C
Ga veel op vakantie.
D
Neem geen drugs en drink geen alcohol.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
huilen
A
wenen
B
helemaal niet leuk vinden
C
iets leuk vinden
D
Triestig zijn omdat iemand of iets er niet is.
Slide 16 - Quizvraag
missen
A
wenen
B
helemaal niet leuk vinden
C
iets leuk vinden
D
Triestig zijn omdat iemand of iets er niet is.
Slide 17 - Quizvraag
haten
A
wenen
B
helemaal niet leuk vinden
C
iets leuk vinden
D
Triestig zijn omdat iemand of iets er niet is.
Slide 18 - Quizvraag
genieten van
A
wenen
B
helemaal niet leuk vinden
C
iets leuk vinden
D
Triestig zijn omdat iemand of iets er niet is.
Slide 19 - Quizvraag
het leven
A
het kijken en het luisteren naar iemand
B
de toekomst
C
totaal niets
D
van de geboorte tot de dood
Slide 20 - Quizvraag
de aandacht
A
het kijken en het luisteren naar iemand
B
de toekomst
C
totaal niets
D
van de geboorte tot de dood
Slide 21 - Quizvraag
later
A
het kijken en het luisteren naar iemand
B
de toekomst
C
totaal niets
D
van de geboorte tot de dood
Slide 22 - Quizvraag
helemaal niets
A
het kijken en het luisteren naar iemand
B
de toekomst
C
totaal niets
D
van de geboorte tot de dood
Slide 23 - Quizvraag
zolang
A
niet graag
B
een slang
C
De tijd dat iets duurt.
D
20 meter
Slide 24 - Quizvraag
liever niet
A
soms
B
niet graag
C
helemaal niks
D
later
