Ga in drietallen of oefenen met argumenteren.
1. Stel! Eén van jullie krijgt 10.000 euro! Alleen diegene die de groep het beste kan overtuigen waarom zij die 10.000 euro moet hebben, krijgt het.
2. Bedenk voor jezelf dus een aantal redenen (argumenten) waarom jij vindt dat jij die 10.000 euro moet krijgen.
3. De groep bepaalt met unanimiteit (iedereen moet het met elkaar eens zijn en je mag niet op jezelf stemmen) wie het geld krijgt. Wanneer je in één ronde er niet samen uitkomt, begin je een nieuwe ronde met argumenten.