Een oefenopdracht bestaat uit de volgende drie onderdelen:
Verkennen (V) -- Oefenen (O) -- Toepassen (T)
Omdat de student al aan het verkennen is, mag hij/zij dit onderdeel overslaan. Het oefenen is wel heel belangrijk en dient uitgevoerd te worden. Het toepassen hoeft in leerjaar 2 nog niet, maar dit wordt wel van je verwacht in leerjaar 3 en 4.
De BPV hoeft in leerjaar 2 dus ook alleen maar feedback te geven op de beoordelingscriteria die worden aangegeven met (O) en in leerjaar 3 en 4 die worden aangegeven met (O) en (T)