8.6 De verzorgingsstaat

Thema werk
8.6 De verzorgingsstaat

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema werk
8.6 De verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik vorige lessen

Zelfstandig werken aan opdrachten

Uitleg

Afmaken opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden beschrijven wat een verzorgingsstaat is en waar je recht op hebt in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Iemand niet aannemen omdat ze zwanger kan worden is voorbeeld van ... discriminatie:
A
Vrouwen
B
Niet Nederlandse achtergrond
C
Leeftijds
D
Handicap of ziekte

Slide 4 - Quizvraag

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan

Slide 5 - Quizvraag

Als je op staande voet ontslagen wordt heb je recht op een uitkering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

De regering doet aan positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een blanke man aannemen is een voorbeeld van positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

De overheid helpt een handje
Verzorgingsstaat --> Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is

Als je in Nederland niet of onvoldoende in je onderhoud kunt voorzien, dan kun je een uitkering krijgen. Er zijn twee soorten uitkeringen:
  • Uitkering voor werknemers.
  • Uitkeringen voor iedereen.

Slide 10 - Tekstslide

Uitkeringen voor werknemers
  • Je wordt werkloos buiten je schuld om. Als je ten minste acht maanden hebt gewerkt, krijg je werkloosheidsuitkering (WW). --> vraag 2

  • Je wordt ziek. Als je ziek wordt, betaalt je werkgever maximaal twee jaar 70% van je loon door.

  • Je wordt arbeidsongeschikt. Door een ongeluk kun je bijvoorbeeld langdurig niet meer werken. Je krijgt dan maximaal 75% van je vroegere loon.

Slide 11 - Tekstslide

Stelling 
“Uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid zijn onzin. Er is altijd werk dat je wél kunt doen.”

Eens of oneens?

Slide 12 - Tekstslide

Uitkeringen voor iedereen
  • Ouderenpensioen (AOW). Vanaf de pensioenleeftijd krijgt iedereen een vaste uitkering. (vraag3 = inkomensonafhankelijk)

  • Kinderbijslag. Ouders krijgen kinderbijslag tot hun kinderen 18 zijn.

  • Bijstand. Als je geen recht hebt op een andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen (= voor de armsten)

Slide 13 - Tekstslide

 Sommige mensen vinden het oneerlijk dat alle ouders met kinderen onder de 18 jaar kinderbijslag krijgen.
 
Bedenk welke groep ouders zij willen uitsluiten van de kinderbijslag en welk argument ze daarvoor gebruiken.

--> Ouders met een hoog inkomen. Zij hebben geen bijdrage in de kosten van hun kinderen nodig. 
--> Wat vinden jullie? Zouden die wel of geen kinderbijslag moeten krijgen?

En wat vinden jullie hiervan: Kinderen krijgen/nemen is een eigen keuze. Waarom zit hier een uitkering van de overheid aan vast? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Verzorgingsstaat wordt te duur (o.a. door vergrijzing)
Om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden heeft de overheid maatregelen moeten nemen:

  • Bezuinigen: de uitkeringen zijn verlaagd en de voorwaarden strenger geworden
  • Als je gebruik maakt van zorg betaal je een eigen bijdrage.
  • De pensioenleeftijd is verhoogd van 65 naar 67.
  • De overheid probeert meer banen te creëren.

Slide 17 - Tekstslide

"Tot je 67e levensjaar werken is te lang"

Eens of oneens? Waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Politiek en de verzorgingsstaat
* Liberalen: eigen verantwoordelijkheid, lage uitkeringen, dan gaan mensen hun best doen om werk te vinden (VVD D66).

* Christendemocraten: Verantwoordelijkheid van de samenleving. Je moet voor elkaar zorgen (CU/CDA)  

* Socialisten: overheid moet zorgen voor de zwakkeren in de samenleving. Niemand is vrijwillig arm (SP PvdA).

Slide 19 - Tekstslide

Iedereen heeft recht op WW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Alleen werkenden hebben recht op bijstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Zij vinden dat armoede je eigen verantwoordelijkheid is.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 22 - Quizvraag

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden met elkaar.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 23 - Quizvraag

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden door de regering.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag!
Afmaken 8.6  opdracht 1 t/m 8


Slide 25 - Tekstslide