4.3 De Kerk en de Geestelijken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

4.3 De Kerk en de Geestelijken

4.3 De Kerk en de Geestelijken

Wat betekenden de geestelijken en de kerk voor de samenleving?

Zwaar leven

• Slecht drinkwater
• Wisten nog niet over bacteriën en virussen
• Veel vrouwen dood bij bevalling
• Veel hongersnood
• Veel geweld

Hoop door God

• Het christendom werd steeds belangrijker voor mensen
• Geestelijken = mensen die in dienst stonden van de kerk
• Voerde rituelen uit en bidden voor betere tijden
• Als iets ergs gebeurd = straf van God

Geestelijken

Geestelijken

Hoge geestelijken

(belangrijk, veel macht)

Paus

De paus is de baas van de kerk. Hij woont (meestal) in Rome, en leeft ook als een soort koning. Hij bepaalt de wetten van de kerk en werd gezien als de vertegenwoordiger van God op aarde.

Bisschop

Een bisschop is de leider van de kerk in een bepaald gebied. Hij regeert in naam van de paus. Hij mag priesters benoemen en bepalen waar er kerken gebouw moeten worden.

Kardinaal

Een kardinaal geeft advies aan de paus. Kardinalen worden benoemd door de paus en als er een nieuwe paus moet komen houden de kardinalen verkiezingen. Kardinalen zijn vaak ook bisschop van een gebied.

Lage geestelijken (weinig macht)

Pastoor

Een pastoor is de voorganger in een dorpkserk. Hij zorgt dat de gewone mensen de verhalen van de bijbel horen, en voert rituelen uit. Hij geeft zijn mis in het latijn. 

Monniken

Een monnik is een man die zijn hele leven in teken stelt van Christus. Ze wonen in een klooster. Ze bidden meerdere keren per dag, en werken daarnaast hard. 

Nonnen

Een monnik is een vrouw die haar hele leven in teken stelt van Christus. Ze wonen in een klooster. Ze bidden meerdere keren per dag, en werken daarnaast hard. 

Missionaris

Een missionaris is iemand die reist naar gebieden die nog niet christelijk zijn, om de mensen daar te bekeren (overtuigen dat het Christendom het ware geloof is). Vaak bouwen zij in die gebieden kerken. Soms werden ze ook benoemd tot bisschop.

De kerk

De kloostergang, een overdekte gang met een tuin in het midden

Eetzaal

Keuken

Monniken slapen in de slaapzaal

Vaak was er een ziekenzaal waar de monniken zieken verzorgden met behulp van kruiden

Werkplaats

Bakkerij

Gastverblijf

Poort. Het klooster was vaak bewaakt door een muur.

Monniken bewerkte het land voor hun voedsel

Varkensstal

Elke dagen bidden de monniken meerdere keren. Dit doen ze soms door te zingen, soms in de kerk, soms in de kloostergang.

Matins bij zonsopgang

Prime 6 uur

Terce 9 uur

Sext 12 uur

Nones 15 uur

Vespers 18 uur

Compline 21.00

Missionarissen

Personen die van plek naar plek gaan om mensen te bekeren naar het Christendom

Willibrord

Bonifatius

Standenmaatschappij

Eerste stand; de geestelijkheid

Alle geestelijken waren onderdeel van de eerste stand. Sommige waren machtiger dan anderen.

Tweede stand; de adel

De koning en zijn vazallen waren hier onderdeel van. Als jij van een adelijke familie kwam behoorde je tot deze stand.

Derde stand; de rest

Dit waren in de middeleeuwen vooral boeren. Zij hadden bijna geen inspraak in de regering.

Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding

Ik ben van adel

Ik ben een geestelijke

Ik betaal pacht

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.

1. mensen die in God geloven
2. mensen die iedere week naar de kerk gaan
3. mensen die in dienst zijn van de kerk
4. mensen die voor andere mensen bidden

Willibrord en Bonifatius waren...

1. Monniken die in Engeland het christendom verspreidden.
2. Monniken die de Franken bekeerden tot het christendom.
3. De belangrijkste goden van de Friezen.
4. Het volk van de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Wat kwamen Bonifatius en Willibrord doen in friesland?