Redenen waarom gm-tellers niet erg nauwkeurig zijn:
1) Weet niet of het alpha of beta straling heeft gedetecteerd.
2) Meet ook straling uit het
heelal en uit de muren van
je huis.
3) Straling gaat alle kanten op,
niet alleen naar de meter.
Slide 16 - Tekstslide
Redenen waarom we gm-tellers toch gebruiken.
1) We hebben geen
andere goedkope optie.
Slide 17 - Tekstslide
Wat kan je met de meting van een stralingsmeter?
De hoeveelheid kernen die per seconde vervallen noemen de activiteit van een bron.
Dit drukken we uit in
becquerel (Bq).
1 Bq = 1 kern per seconde.
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld
Je meet een radioactieve bron met een gm-teller. Na een minuut geeft de gm-teller een waarde van 780 aan. Je weet dat de achtergrond straling van 60 Bq per minuut is.
Wat is de activiteit van deze radioactieve bron?
Slide 19 - Tekstslide
Antwoord
Straling van de bron = 780 - 60 = 720 deeltjes per minuut.
Activiteit = deeltjes / seconde
Activiteit = 720 / 60 = 12
Activiteit = 12 Bq
Slide 20 - Tekstslide
Radioactiviteit gaat langzaam weg....
Moederkern
Dochterkern
Straling
Radioactief
NIET
Radioactief
Slide 21 - Tekstslide
Halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
BINAS 25A
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht 1
Een Ni-65 bron bevat 8 miljoen instabiele kernen. Bereken het aantal instabiele kernen na 10 uur.
BINAS 25A
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht 1
Een Ni-65 bron bevat 8 miljoen instabiele kernen. Bereken het aantal instabiele kernen na 10 uur.
Na 2,5 uur: 8 miljoen x 1/2 = 4 miljoen
Na 5,0 uur: 8 miljoen x 1/2 x 1/2 = 2 miljoen
Na 7,5 uur: 8 miljoen x 1/2 x 1/2 x 1/2 = 1 miljoen
Na 10 uur: 8 miljoen x 1/2 x 1/2 x 1/2 x 1/2 = 0,5 miljoen