Borre verstopt een olifant; begrijpend luisteren

• Begrijpend luisteren
• Basisschool
• Groep 3

Begrijpend luisteren

1. Er wordt een bladzijde voorgelezen.

2. Bij iedere bladzijde krijg je één of meer vragen.

3. Daarna mag je pas het plaatje in het boek zien.

Bladzijde 1

Wat is Borre aan het doen?

1. 
2. 

Wat vindt mama ervan dat Borre buiten verft?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waarom is het kunstwerk knap verzonnen?

Bladzijde 2

Waar komt de olifant achter vandaan?

1. 
2. 
3. 
4. 

Het enorme beest kijkt zoekend om zich heen. Waarom zou hij dit doen denk je?

Bladzijde 3

Wie is aan het tellen?

1. 
2. 
3. 
4. 

"Wat doe jij in mijn tuin?" roept Borre verbaasd uit. Hoe kijkt Borre?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waarom moet Borre stil zijn?
De olifant is aan het...

1. verstoppen
2. zoeken

De olifant vraagt: "Weet jij een goede plek?"

De olifant vraagt om...?

Bladzijde 4

Waar wil Borre de olifant verstoppen?

1. in de schuur
2. achter de boom
3. in het huis
4. in de struik

Waarom past de olifant niet in huis?

Bladzijde 5

Waar wil Borre de olifant verstoppen? In de tuin van iemand die...

1. naast hem woont
2. hij kent
3. er niet is
4. bij hem woont

Bladzijde 6

Borre ziet wie naar de olifant zoekt.
Borre is...

1. geschrokken
2. blij
3. verrast
4. bang

Wie verliest altijd met verstoppertje?

1. 
2. 
3. 
4. 

De muis kijkt met kraaloogjes om zich heen.

Wat wordt bedoeld met kraaloogjes?

Bladzijde 7

Borre gaat aan de slag.
Dit betekent: Borre gaat...

1. iets afmaken
2. beginnen
3. iets pakken
4. stoppen

Wat denk jij dat Borre van plan is?

Bladzijde 8

Welk dier kan trippelen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Borre doet alsof hij diep nadenkt.
Diep nadenken betekent dat je...

1. goed nadenkt
2. kort nadenkt
3. lang nadenkt
4. nep nadenkt

Waar zie je een flamingo?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 9

Als je mompelt dan praat je...

1. hard
2. niet duidelijk
3. duidelijk
4. erg veel

Bladzijde 10

Waar zie je iemand opgeven?

1. 
2. 
3. 
4. 

"Normaal heb ik hem altijd zo gevonden", zegt de muis. 

Hoe kan dit?

Bladzijde 11

Waar zie je iemand schudden van het lachen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Borre heeft de olifant geholpen.
De olifant is...

1. behulpzaam
2. geduldig
3. dankbaar
4. dapper