Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken in de verleden tijd dan is de regel als volgt: werkwoord + ed. Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken voor de Past Simple dan geldt de regel:
Enkelvoud: I , You, She, He, It: werkwoord + ed
Meervoud: We, You, They: werkwoord + ed
Bijvoorbeeld:
Walk → walked Yesterday, he walked to school.
Laugh → laughed Last monday, he laughed out loud.
Work → worked I worked my ass off last weekend.