L1 P3 Les 28 Depressie en Delier

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf 3 symptomen op waarvan jij denkt dat die bij een depressie horen.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Benoem 2 soorten van depressies

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bipolaire stoornis
Er komt nu een filmpje met uitleg over een dit ziektebeeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een duidelijk symptoom bij een bipolaire stoornis?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een duidelijk verschil tussen een depressie en een bipolaire stoornis?
A
Iemand is lichamelijk onvermoeibaar
B
Iemand is lichamelijk uitgeput
C
Iemand is lichamelijk stabiel
D
Er is geen verschil

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een specifiek symptoom bij een psychotische depressie?

Slide 20 - Open vraag

Wat is specifiek symptoom bij een dysthymie?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een specifiek symptoom van een winterdepressie?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Extra informatie over delier

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Waar staat de A voor in het ABC van een delier
A
acuut actief gedrag
B
acuut agressief gedrag
C
acuut ander gedrag
D
acuut bewustzijns verlies

Slide 33 - Quizvraag

De B staat voor bewustzijnsstoornis ...... in het ABC van een delier
A
met verminderde aandacht
B
met momenten van bewuste aandacht

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Welke vorm van delier komt het meeste voor
A
Hypoactief delier
B
Mengvorm
C
Hyperactief delier

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide