Les 3, deel 1/3: De diepzee

Les 3: Wat leeft er in de diepzee?
DEEL 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatieBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Wat leeft er in de diepzee?
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over een reisje naar
       het diepste punt van de oceaan;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diep in de oceaan
Stel je voor, je gaat heel diep de oceaan in, wel elf kilometer (dat is 11.000 meter!) diep. Hoe kom je er en hoe zou het daar zijn ? Welke dieren leven er en wat zie je nog meer (of juist niet!)?
de introductie
de woordenschat
Waar denk jij aan als je dit leest? In de volgende slide kun je dat invullen.
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
diep in de oceaan
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje wordt verteld over een miljonair die naar het diepste punt van de zee duikt.

Klik op de afbeelding hier rechts om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Wat vonden de duikers op de bodem van de oceaan wat daar niet hoort?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

De duikers vonden een plastic zakje op de bodem van de oceaan.

Zou jij ook wel eens een 'reisje' naar de bodem van de diepzee willen maken?
Leg uit waarom wel of niet.​
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de schemer
het plankton
ernaast zitten
de oppervlakte
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: het plankton
Betekenis: in het water zwevende plantjes en diertjes die je met je ogen niet kan zien
Voorbeeldzin: De walvis zwemt met zijn bek wijd open rond in de zee om zoveel mogelijk planton te vangen. Dit is zijn voedsel.
3
Woord: ernaast zitten
Betekenis: het mis hebben
Voorbeeldzin: Hij kwam erachter dat hij er totaal naast zat: zijn buurmeisje is juist wél aardig.
1
Woord: de oppervlakte
Betekenis: het bovenste gedeelte 
Voorbeeldzin: Het heeft al zo lang niet geregend, dat de oppervlaktelaag van de aarde helemaal is uitgedroogd waardoor alle planten zijn doodgegaan.
2
Woord: de schemer
Betekenis: tussen donker en licht in
Voorbeeldzin: In de schemer heb je een lamp nodig om goed in een boek te kunnen lezen.
4
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de woordenschat
de introductie
terugblikken en vooruitkijken
de zone
Woord: de zone
Betekenis: het gebied tussen twee grenzen in
Voorbeeldzin: In deze zone mag je niet parkeren.
5

Slide 11 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • de oppervlakte
  • de zone
  • de trog

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

de trog
nauwelijks
volledig
doordringen
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: doordringen
Betekenis: met moeite ergens komen
Voorbeeldzin: Met hulp van een gids kon de onderzoeker tot diep in het oerwoud doordringen.
6
Woord: volledig
Betekenis: totaal
Voorbeeldzin: Na haar val van het klimrek, heeft Tess de komende twee weken volledig rust nodig om te herstellen.
9
Woord: nauwelijks
Betekenis: bijna niet
Voorbeeldzin: Zij is nauwelijks thuis, omdat ze zo druk is op haar werk.
7
Woord: de trog
Betekenis: de heel diepe en brede kuil in de bodem van de diepzee
Voorbeeldzin: De Marianen-trog is met een diepte van ongeveer 11 kilometer de diepst bekende plek in de oceaan.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
arm zijn aan
Woord: arm zijn aan
Betekenis: ergens heel weinig van hebben
Voorbeeldzin: Snoep is heel arm aan vitamines, dus je kunt beter meer fruit en groente eten!
8

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: memory!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Klik links op de inktviskaartjes en lees de betekenis die dan verschijnt. Kijk aan de rechterkant welk woord erbij hoort. Klap het inktviskaartje eerst dicht en sleep het dan naar het bijbehorende woord aan de rechterkant.
ernaast zitten
de oppervlakte
doordringen
het plankton
de schemer
de zone
arm zijn aan
volledig
nauwelijks
de trog
tussen donker en licht in
ergens heel weinig van hebben
in het water zwevende plantjes en diertjes die je met je ogen niet kan zien
met moeite ergens komen
totaal
bijna niet
het gebied tussen twee grenzen in
het bovenste gedeelte
het mis hebben
de heel diepe en brede kuil in de bodem van de diepzee

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik
Nee, dit woord ken ik nog niet
arm zijn aan
de schemer
de oppervlakte
de schemer
het plankton
de trog
nauwelijks
volledig
doordringen
de zone

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
diep in de oceaan
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel 2
gaat lezen, gaat over
de diepzee!
In de volgende dia kun
je invullen wat je daar
al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan
bij dit onderwerp?
leven in de diepzee
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies