Week 48 les 2

Week 48 les 2
Wat heb je nodig vandaag?
- pen
- boek
- device*


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Week 48 les 2
Wat heb je nodig vandaag?
- pen
- boek
- device*


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de voorjaarsvakantie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
I can use the present perfect and different forms of irregular verbs in a sentence. 

I can read an exam text and answer questions. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Answers 26b
1. has - he/she/it
2. have - I/you/we/they

Answers 26c
present perfect - -ed

Answers 26d
present perfect - have/has + past participle
Answers 27a

1. have lived
2. have never wanted
3. have just finished
4. has asked
5. has offered




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Answers 27b

1. The girl talked to a police offocer this morning. (PS)
2. The police officer has worked at the station since 2011. (PP)
3. The girl has just reported a crime that she witnessed. (PP)
4. Yesterday, the girl answered the police officers questions. (PS)
Answers 28b example keys

1. No, I have seen that film twice already.
2. I'd love to. I have only been there once before.
3. No, she has already given it to someone else.
4. No, I have had it for two years already. 




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Answers 28c

1. went
2. was
3. have/'ve never seen
4. heard
5 escaped
6 read
7 have/'ve found
Werkblad present perfect

1. have played/'ve played 
2. has just returned 
3. has just dropped 
4. have met/'ve met 
5. have played/'ve played 
6. have never read/'ve never read 
7. has found 
8. has ever done.
9. have just installed/'ve just installed 
10. has recently hit 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect herhaling
When do you use the present perfect?


Slide 7 - Tekstslide

filmpje stepping stones online + aantekening
Present Perfect met regelmatige werkwoorden
Hoe maak je de present perfect met regelmatige werkwoorden / zwakke werkwoorden:

have of has + het voltooid deelwoord (werkwoord + ed).

vb1. They have lived there since 2000 and they don't want to move.
vb2. We have travelled there often. 
vb3. He has just called me on the phone. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect met onregelmatige werkwoorden
Hoe maak je de present perfect met onregelmatige werkwoorden / sterke werkwoorden:

have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje bij de onregelmatige werkwoorden)

Vb1. They have gone to school twice this week.
go - went - gone

Vb2. I have thought about her a lot this week. 
think - thought - thought 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
Wanneer
*Als iets in het verleden gebeurd maar nu nog gevolgen heeft
*Als iets in het verleden begon maar nu nog bezig is
*Ervaring
Hoe
I                         have walked
he/she/it          has walked
you/we/they   have walked
Signaal woorden
FYNEJAS (for, yet, never, ever, just, already, since)
Vb
I have lost my keys. I can't open the door!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time to practise
  • Maak het oefenexamen t/m vraag 10 (=huiswerk) via It's learning. 


timer
30:00
Klaar?

Oefenen met leesvaardigheid opdracht 12 blz. 196/197 of verder werken aan examen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
x

Antwoorden oefenexamen komen na 16:00 op It's learning. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen
30-11 leesvaardigheid
07-12 proefwerk chapter 2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies